Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Eindelijk, ik moest het woord en denkbeeld van lucht opgeven; en met damp in de plaats te stellen, dien men uit zijn aart begreep licht te zijn, om dat men hem zag naar boven gaan, vormde men zich in verbeelding een luchtbol; maar dat dan die luchtbol een mensch in een schuitjen kon dragen, dit kon men zich even weinig in 't hoofd brengen, als dat zulk een luchtbol weêr nederwaarts kon, en niet voort zou gaan altijd te klimmen tot hy tegen de starren stiet.

Hij ging naar de deur en sloot ze; toen ging hij met starren blik en de tanden op elkander geklemd naar de tafel, nam zijn revolver, onderzocht hem, laadde hem en dacht na. "Het spreekt van zelf!

Zie, met gevouwen handen en den blik in het ruim der starren, schijnt hij wel een gebed te stamelen. Zou het ook een bede zijn om vrij te worden gemaakt van de enge banden des stofs?

Als een evenbeeld van het natuurlijke, blinkt uit de donkere massa der huizen een ander starrenheer in de lichten der vensters, die ook als starren schijnen. Dat zijn de sterren der beschaafde, der maatschappelijke wereld, ook al dikwijls werelden op zichzelve, evenals wellicht die verre lichten van het hemelgewelf.

'k Heb voorlang die valsche Goôn verstoten Die gruwlen dulden, ja bevelen. 'k Bid geen Maan, Geen Starren. 'k roep geen Zon tot mijn bescherming aan: Mijn arm was my genoeg. Maar in deze oogenblikken Gevoel ik me aangetast door onverwinbre schrikken.

Hij ging dus naar den president der club, den starren Lazare, en deelde hem mede, dat hij in het vervolg alle werkzaamheden, die hem wat zouden kunnen opbrengen, aannemen zou. "Je liefdesverklaring," antwoordde Lazare hem, "was tevens je afscheid aan de kunst. Wij zullen je vrienden blijven, als je dat wilt, maar je medeleden kunnen we niet meer zijn.

De jongste dezer sekten, die der Hanbaliten, kenmerkt zich door een strengen, starren geest van orthodoxisme en onverdraagzaam fanatisme, dat meermalen, onder de Abbassiden te Bagdad aanleiding gaf tot zeer gevaarlijke opstanden.

Hij, die zoo blijd de minste vreugd genoot, Wien 't kleinste bloemtje' een heerlijk schouwspel bood, Wiens hart ontlook in elken zonneschijn; Hij, die zoo gaarne en vaak naar buiten trad, De starren groette aan 't eindloos heiligdom, En de Almacht, die de starren schiep, aanbad Hoe zal hij hier genieten, waar alom Hem 't Heilige der Heilgen opengaat, Waar hij de hóogste wondren gadeslaat!

O weten zoet Dat gij nu doet Naar mij, als ik, verlangen... En de oogen heft, op 't eender uur Naar 't eender vuur, om, gloed in gloed, Te geven en te ontvangen. En, onbewust, Waar alles rust, Het huis, het dorp, in duister Strek ik de biddende armen uit En kus, als kuste ik U mijn bruid, Der heil'ge starren luister.

19 Ik zag het pek, maar in het pek zag ik niets anders dan de bellen, welke het koken deed opstijgen en ik zag het pek gansch zich belgen en saamgeperst weer zinken. 22 Terwijl ik daar beneden met starren blik keek, sprak mijn gids: "Wacht u, wacht u," en zoo sprekende trok hij mij tot zich van de plaats waar ik stond.