United States or Egypt ? Vote for the TOP Country of the Week !


Min juist wordt, naar mij voorkomt, de Morgenstar gezegd de "vaste starren" voor te treden op het hemelspoor, daar deze starren juist met het klimmen van de Morgenstar van den hemel verdwijnen. Ook als Avondstar kan zij niet beschouwd worden als aan 't hoofd der vaste starren voorttredend; daar zij dan in 't Westen staat en de andere starren het eerst in 't Oosten zichtbaar worden.

De verschoten hemel was wijkend alom met zijn bloei van kwijnende starren; hier en daar dreven trage dampen over de bergtoppen, waarvan er sommige reeds in dauwig morgenlicht schenen. Tamalone zette zich aan het werk om vuur te maken en terwijl hij op zijn knieën over een stapeltje hout boog ontwaarde hij Mevena, die geruischloos bij hem stond. Zij glimlachte toen hij haar aankeek, en knikte.

En dit was het oogenblik dat de Melaatsche hem in de armen sloot; dat zijn oogen plotseling begonnen te lichten als starren, dat zijn haren neergolfden als zonnestralen; en zijn adem kreeg een geur van rozen.

Rood haar; sproetels, ontelbaar als de starren aan den hemel of de schelpjes aan 't strand; 'en neus, die met alle recht bij den toren van Libanon mag vergeleken worden; 'en mond van 'en Enaks-kind, waarvoor de soeplepels mij nog te klein schijnen; 'en stem, bij lang na zoo lief niet als de stem van mijn trouwen Fik, en een paar armen, zoo lang en schraal als de winter.

Want eeuwig slaapt, wien ’t lachend leven vlood, En, met den lach, stierf zijne liefde heen: ’t Gedenken blijft alleen. Slechts de gedachte aan hem, dien ons de dood onttoog, Blijft, voor wie hem bemint, bestaan. Wij willen zien, en zien de wolken aan, Doch zien zijn beeltnis niet omhoog. Dáár blinken starren, zacht, gelijk zijn oog.... God mijner ziel!

En nu, waar de avondzon verzonk Achter de dichte lanen, Der meer'len laatste triller klonk, En, die zijn lied van tranen Den koelen Meinacht hooren doet Als wie om 't lief verloren bloedt Totdat de starren tanen,

En mijn ziele zweeft mee met die murmelende, reine, zilveren tonen, omhoog, omhoog, in de ijle, blauwe lucht, naar de donzige wolken, naar de schitterende starren; basgeluiden stijgen op, en de klanken voeren mij mee door donkere dalen, diepe ravijnen, door sombere wouden, ondoordringbare wildernissen! En mijn ziele beeft en krimpt ineen van angst en pijn en smart!

Van alle stof waren zij de bezieling, zij woonden in de lucht, in de stroomen, in de zon, in de starren, in den bloemkelk en de kleine beek, in den mensch en zijne omgeving, in zijn denken en voelen, en heel het leven was van hen vervuld.

Groote God, moest ik dit nog beleven!" 't Was den jongen dokter bij 't naar huis keeren alsof de starren hem treurig toeriepen dat de zon voor altijd was ondergegaan. Ach! is dan de vrouw, die daar aan zijn zijde treedt, de schoone zoetgeurende bloem, die hij op zijn pad gedacht heeft te vinden?

Nadat de storm had uitgewoed, blies een koele westenwind over Voorhout en Vijverberg; de starren gluurden langs de aftrekkende wolkgevaarten; een schoone zomernacht brak aan. Op den Vijverberg staat een vorstelijk gebouw van drie verdiepingen, sinds lange jaren eigendom en woonhuis der familie Van Berenvelt. Even na negen uur klonk de bel herhaaldelijk in de ruime marmeren vestibule.