Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Hij gaat om niet naar het schouwtooneel dat God hem toont; hij aanziet den hemel, het uitspansel, de starren, de bloemen, de kinderen, de menschheid waarin hij lijdt, de schepping, waarin hij straalt. Hij beschouwt de menschheid zoolang tot hij haar ziel ziet, de schepping zoolang tot hij er God in herkent. Hij denkt na en gevoelt zich groot; hij denkt nog dieper na en voelt zich verteederd.

De tintlende starren, zij vallen niet, Lachende neder uit den hooge Naar dit kind, het eeuwig bedrogen Menschkind dat streeft En tast en niet ziet, Verlángt, en lacht 't Verlangen aan, zijn tranen-ruischende Schoonheid. Aan W.L. Penning Jr. op zijn zeventigsten jaardag, 10 November 1910.

"Het is vandaag een feestdag gij zoudt beschonken lieden kunnen ontmoeten," sprak hij, haar antwoord afsnijdend, en greep naar muts en degen. Het was een wonderschoone winteravond, die daarbuiten over de Kerstnacht-vierende aarde gedaald was; in ademlooze stilte lag het landschap in een sneeuwkleed gehuld, overwelfd door een hemel, waaraan duizenden starren in de heldere, koude lucht fonkelden.

Thans is dit oude kerkje aan de Roomschen gegeven, en de Evangelischen hebben een nieuw kerkgebouw gekregen, een prachtwerk in gemoderniseerden Gothischen stijl. Daarheen trokken wij Zondagmorgen op, en bij 't binnentreden kwamen we al dadelijk in de rechte stemming. Welk een prachtkerk! Welk een schoone ornamentiek! Vlak voor ons zagen we dadelijk 't koor, hemelsblauw met groote gouden starren.

En toen hij een eind verder weder naar de starren zag was hij ten zeerste verbaasd over hun talrijkheid eens, vroeger, had hij den hemel zoo weeldrig gezien, eens maar; nu was het evenzoo, er moest wel iets bijzonders wezen, de hemel was niet zonder reden zoo wonderbaarlijk verlicht, het was om Mevena voorzeker... En plotseling stond hij stil met zijn handen opgeheven, hij dacht of hij zinneloos was geworden en sloot zijn oogen in kille vrees.

De koude hemel blonk nog steeds in den luister van vele starren, de duisternis trilde in het geboomte en achter zich hoorde hij 't ruischen van den waterval allengs verminderen. Hij liep nog een heel eind in 't boschje voor hij een goede plek vond op het mos waar hij zich neêrstrekte om te rusten.

't Zal me eens benieuwen hoe die eerebogen er zullen uitzien als ze van 't dennengroen en van 't vlaggedoek zullen ontdaan zijn. Aardig, die bekentenis van den tweeden aanvoerder der eerewacht: dat hij die kale plekken van zijn vosje eens handig met lintwerk bedekte. Wat werd het eensklaps donker, toen die groote pekton had uitgebrand; maar.... de starren hernamen hun recht.

Geen dalen, waar menschen wonen, Geen massa, maar héél alleen, Waar de starren de sneeuwtoppen kronen En elk wandelt in de eigen schreên. Waar de wateren verwonderlijk zingen Onder 't blinkende kleed van de sneeuw, En zij dalen er dagen na dagen En zij dalen er eeuwen in eeuw.

Ik herinner mij in de kathedraal van Straatsburg een uurwerk te hebben gezien, zoo hoog als een huis van drie verdiepingen, dat het uur aanwees, dat zoo vriendelijk was het uur aan te wijzen, maar er niet voor gemaakt scheen, en dat, als het middag of middernacht, of ieder ander uur, geslagen had, de maan en de starren, de aarde en de zee, de vogels, en de visschen, Phoebus en Phebé, en een menigte dingen, die uit een nis kwamen, de twaalf apostelen en keizer Karel V, en Eponine en Sabinus, en verscheiden vergulde mannetjes, die op den koop toe op de trompet bliezen, vertoonde.

Weldra hoorde ik het getjingel van torenklokken en zag de hooge spitsen der oude torens in de lucht steken. Onder de met starren bezaaide lucht ligt de stad uitgestrekt, eene zwarte massa, wier onregelmatige silhouet zich tegen de lucht afteekent.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek