United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij werden zoo geheeten naar een der beroemdste vertegenwoordigers dezer school, Masurius Sabinus, ten tijde van Tiberius en Nero. Sabinum, landgoed ten N. van Tibur, op de grenzen van het sabijnsche land, door Maecenas aan den dichter Horatius ten geschenke gegeven. Het was niet groot, maar lag heerlijk in een boschrijk dal. Op het landgoed ontsprong de bron Bandusia en vloeide de beek Digentia.

Na den terugkeer van Titus hield V. met dezen een luisterrijken zegetocht over de Joden. Door hem werd in 76 of 77 Agricola naar Britannia gezonden. In 79 stierf V. op de badplaats Aquae Cutiliae. Zijn zoon Titus volgde hem op. V. had twee broeders. Omtrent Flavius Sabinus, zie Sabinus no. 3.

Claudius Crassus Inregillensis Sabinus, zoon van no. 1, was consul in 471 en in 451, maar trad toen af, om decemvir legibus scribundis te worden. De verhalen omtrent zijn consulaat in 471, en zijn tegenwerking van de volkstribunen en de lex Publilia, zijn verzonnen. Ook alle verhalen omtrent het decemviraat gedurende 451-449 zijn onhistorisch.

Oud-Latium strekt zich in oude tijden van even benoorden den Tibermond naar het Zuiden uit tot aan Tarracina, en wordt in het Westen begrensd door Zuid-Etrurië, in het N. door den ager Sabinus, en verder in het N.O., O. en Z.O. door de Aequi, Hernici en Volsci.

Claudius Sabinus, consul in 471, aan; deze stierf echter vóór den afloop van het proces. Het verhaal van dit proces en van Claudius' dood is geheel verzonnen.

Ik herinner mij in de kathedraal van Straatsburg een uurwerk te hebben gezien, zoo hoog als een huis van drie verdiepingen, dat het uur aanwees, dat zoo vriendelijk was het uur aan te wijzen, maar er niet voor gemaakt scheen, en dat, als het middag of middernacht, of ieder ander uur, geslagen had, de maan en de starren, de aarde en de zee, de vogels, en de visschen, Phoebus en Phebé, en een menigte dingen, die uit een nis kwamen, de twaalf apostelen en keizer Karel V, en Eponine en Sabinus, en verscheiden vergulde mannetjes, die op den koop toe op de trompet bliezen, vertoonde.

Epische fragmenten, brieven en kleine gedichten zijn nog van hem overig. Hij schreef niet zonder talent en kracht. Te Rome werd zijn naam veranderd in Appius Claudius met den bijnaam Sabinus Inregillensis. In 495 was hij consul. Hij maakte zich gehaat door zijne trotschheid en hardheid jegens de plebejers en zijne schuldenaars.

Het verhaal, dat hij ook in 449 volkstribuun geweest is, en toen, als een wakker en verstandig voorvechter voor de rechten der plebejers, toen de tienmannen hunne macht misbruikten, de plebs tot eene secessio zou bewogen hebben, is geheel verzonnen. Ook het bericht, dat op zijn voorstel, na den zelfmoord van App. Claudius Crassus Inregillensis Sabinus en Sp.

Claudius Caecus, werd door hem in den senaat opgenomen en wist zich voor het jaar 304 tot aedilis curulis te doen verkiezen. Vervolgens voerde hij niet zonder geluk en beleid den oorlog tegen Mithradates, totdat in 85 Sulla in Asia kwam. Sabinus no. 3. Flavius Josephus, Iosephos, in 37 na C. uit een joodsch priestergeslacht te Jerusalem geboren.

Regillum, plaatsje in den ager Sabinus, waaruit de gens Claudia stamde. Ligging onbekend. Regillus lacus, meer in Latium, ten O. van Rome, tusschen Gabii en Lavicum, bekend door de overwinning der Rom. op de Latijnen in 498 of 493. Regimen morum, zie Censor.