Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Ben je bedroefd, ga dan ook, want de hei verstaat de smart van 't arme menschenhart, zij hoort, wat niet kan worden uitgesproken, zacht klaagt zij mede de klacht, die niet onder woorden kan worden gebracht. Nu zijn er misschien stadsmenschen, die meenen, dat je tot de beschaafde kringen moet behooren, om de taal der natuur te verstaan!

Met een hoogmoedigen glimlach zien ze, een oogenblikje uitrustend van hun zwaren, vermoeienden veldarbeid, de barkjes na met stadsmenschen, die diep beneden hen voorbijvaren. Deze twee gehuchtjes liggen daar als schildwachten aan den ingang van het Détroit, het nauwste deel van het Tarndal, waar wij zachtjes onder de overhangende muren door glijden.

Reeds hierdoor zijn deze boeken een gebeurtenis in de Noorsche litteratuur; er wordt een nieuw gebied geopend. De behandeling getuigt van groote kennis van het onderwerp; de schippers van Lie zijn schippers en geen stadsmenschen. Hij kent hen van kind af aan. Maar al toonen deze boeken door de omgeving, waarin de vertelling speelt, een sterk locaal coloriet, zij hebben ook eene andere zijde.

Wij allen, dorre stadsmenschen, genieten van het buitenleven. Wanneer de dienst ons des morgens langs grazend vee en wuivend oeverriet voert, letten wij op duizend dingen, die de stad ons niet vermag te toonen.

Er is niets gezonders en bekoorlijkers dan een oceaanreis van New-York naar Europa in den zomer, vooral als men een boot treft, die niet al te veel haast maakt, zoodat de longen van stadsmenschen de volkomen stofvrije, geurige zeelucht lang kunnen genieten, en de al evenzeer mishandelde zenuwen van de stedelingen kalmer, al kalmer kunnen worden.

Er was niemand onder hen, die aan iets kwaads dacht, niet omdat ze meenden, dat de jonge Lövdahl een haar beter was dan deftige stadsmenschen over 't geheel waren; maar Greta Steffensen was blind, en niet als andere meisjes; het ongeluk beschermde haar tegen gevaar en tegen afgunst, zoodat ze bijna kon doen, wat ze wilde. "Is je vader hier niet, Grete?" "Ja, hij was juist hier; zie je hem niet?"

DOM. MANDERS. Dag Regine. Neen maar!... Dag dominee! Is de boot al aan? Wat een vreeselijken regen hebben wij deze laatste dagen. 't Is zulk gezegend weer voor de boeren, dominee. DOM. MANDERS. Ja, daar heb je wel gelijk in. Daar denken wij stadsmenschen zoo weinig aan. REGINE. O, mag ik u even helpen?... Ziezoo. Neen maar wat is die nat! Ik zal uw jas maar wat uithangen in de voorkamer.

In deze streek, zoo bevallig door Hildebrand geteekend, hebben de dorpers blijkbaar nog niet begrepen dat die stadsmenschen tòch wel komen, en, misschien ook wel in verband met het sòort stadsmenschen dat er komt, hebben ze, heel anders dan de Zandvoorters bijv., een bijna kinderlijke beleefdheid, een natuurlijke welgemanierdheid bewaard, welke herinnert aan de landlieden, door de dichters uit de Engelsche meeren-school bezongen.

Evenwel, wij hadden de groote forellen gezien, en dat telt toch ook mee! Den volgenden morgen vertrokken wij met den Alpenzak op den rug door de vallei der Jonte naar Meyrueis. Veel loopen of wandelen schijnen de menschen hier niet te doen; of zij zien de stadsmenschen voor zeer zwak aan. Ten minste men verwonderde zich algemeen er over, dat wij 20 K.M. wilden loopen.

Houen jullie toch wat stil! zei ik bezorgd en onrustig mijn wenkbrauwen fronsend. Maar zij waren nu eenmaal dol opgewonden, zooals meer gebeurt met stadsmenschen, wanneer ze buiten komen; en die opgewondenheid uitte zich in vrij smakelooze uitbundigheden. Omdat een haan luid kraaide op een boerderijtje langs den oever, begonnen zij ook allen schril te kraaien.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek