Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
De vrouw torscht zware vrachten op de wegen, maar bij den veldarbeid valt haar de lichtste taak ten deel: de man ploegt, maait en dorscht het graan; zij bindt de garven en houdt de nalezing.
Zoodra wij Slanic achter ons hebben gelaten, begint weer de eenzaamheid. Herders met hun kudden en troepjes arbeiders, die onder boomen liggen te rusten van den zwaren veldarbeid, zijn de eenige levende wezens, die wij onderweg ontmoeten op het laatste traject, dat ons nog van Kampolung scheidt.
De rijst was juist rijp; hier en daar werd het gesneden en in bundels gebonden om te drogen, of was men reeds bezig het te dorschen; in andere streken was men bezig de rijpe maïskolven te oogsten, of anderen veldarbeid te verrichten; langs den geheelen weg heerschte een bedrijvigheid op het veld, die den Chinees in zijn waar karakter toonde.
De Griek is van nature geen landbouwer: zijn vurigste begeerte is, in de stad een kleinen winkel te houden, zaken te doen, en zonder veel inspanning veel geld te verdienen. Die koopmansaard en handelsgeest maakt hem afkeerig van den veldarbeid, met zijne altijd terugkeerende eischen en onzekere uitkomsten.
Met een hoogmoedigen glimlach zien ze, een oogenblikje uitrustend van hun zwaren, vermoeienden veldarbeid, de barkjes na met stadsmenschen, die diep beneden hen voorbijvaren. Deze twee gehuchtjes liggen daar als schildwachten aan den ingang van het Détroit, het nauwste deel van het Tarndal, waar wij zachtjes onder de overhangende muren door glijden.
De Javaan steekt zijne lange zwarte haren door middel van een halfronden schildpadden kam in eene wrong samen en bedekt het door een' doek, die, om het hoofd gewonden, door het insteken van het uiteinde wordt vastgehouden. Over dien hoofddoek wordt bij den veldarbeid een verbazend groote stroohoed gedragen, die hoofd en schouders beschermt en zoowel door vrouwen als door mannen wordt gebezigd.
"Vrienden," sprak de oude bazin, "stelt u nu maar op uw gemak en doet alsof gij te huis waart. Wij hebben allen ons werk: ik moet koken, bijna den geheelen dag; onze Trees, daar, moet mij helpen en de koeien in den stal verzorgen; onze Beth, welke gij straks zult zien, moet op de zotten letten; mijn man en mijne twee zonen zijn aan den veldarbeid.
Veldarbeid veredelt den mensch, die zijn hoofd vrij en fierer opricht, wanneer hij Gods schoone natuur rondom zich, en Gods lieve zonne over zich heen voelt schijnen." "Dat is allemaal goed en wel, zooals de stadsmenschen dat bezien. Doch als de hagelslag je 't koren vernielt, kun je zien hoe je de pacht betaald krijgt." "Behooren ongelukken op de mijn dan soms tot de zeldzaamheden?"
Zij stond weder op, nam een paar meloenpitten uit een bonbondoosje, kraakte die tusschen hare fijne tanden en nam een boek, de Nushun, een boek vol goede lessen waarvan elke brave vrouw hare dagelijksche lectuur behoort te maken. »Even als de lente het beste jaargetijde is voor den veldarbeid, is de ochtendstond het beste gedeelte van den dag.
Onze Beth doet meer: zij aanschouwt die kamers, daar achter, als haar klooster; en met haar leven aan de verpleging der zotten te besteden, meent zij het toe te wijden aan God.... Heb dank, fourier, heb dank voor mijne dochter." En onder het uitspreken dezer laatste woorden ging hij, door zijne beide zonen gevolgd, de kamer uit, om den onderbroken veldarbeid te hervatten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek