Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
't Was een buit, die men niet mocht terughouden. Thénardier, door Jean Valjean in zijn plaats naar buiten te zenden, gaf aan de politie een prooi, bracht haar van zijn spoor, deed zich zelf door een gewichtiger zaak vergeten; beloonde Javert voor zijn wachten, 't geen een spion immer streelt, verdiende dertig francs en rekende er op, dat hij, ten gevolge dezer afleiding, zou ontsnappen.
De drager van die lantaarn riep, zoo luid dat het ver in het rond duidelijk verstaan kon worden: "De leege bouw-trein naar Wallace af! Men heeft de wagens dáár noodig." Het was de ingenieur, die deze woorden riep. Hij was, zonder een wenk van Firehand ontvangen te hebben, zelf zoo scherpzinnig geweest na te denken, op welke wijze hij het best de achterdocht van den spion kon ontgaan.
Ik heb de wederwaardigheden der wereld met gelatenheid gedragen; maar ik was niet geboren om mij door een ellendige spion te zien beleedigen, als ware ik een schandvlek mijner kunne." "Wat is er gebeurd? Wie heeft u beleedigd?" vroegen Tante en ik, bijna gelijktijdig.
Voorwaar een spion van den eersten rang, die op alles gelet, naar alles geluisterd, alles gehoord en alles onthouden had, toen hij meende te zullen sterven; die zelfs nog in den doodsangst bespiedde, en, op de eerste trede van het graf geleund, nog aanteekeningen had gemaakt. Hij vatte de hand van Marius en zocht den pols. "'t Is een gewonde," zei Jean Valjean. "'t Is een doode," zei Javert.
Hier maakt de schilder haastig het wambuis van den Spanjaard open, en er zijn hand instekend, voelt hij tusschen de voering een klein pakje. Als hij er dat uit heeft losgetornd, fluistert hij, terwijl hij het bekijkt: "Goddank! De zes brieven van Lodewijk van Nassau!" Een oogenblik later legt Guy zijn hand op de borst van hun slachtoffer en prevelt: "De spion is dood!"
Javert, die zoodanig met touwen aan den paal was gebonden, dat hij zich niet verroeren kon, richtte het hoofd op, met de deemoedige gerustheid van iemand, die nooit gelogen heeft. "'t Is een spion," zei Enjolras. En zich tot Javert wendende: "Gij zult doodgeschoten worden, twee minuten voor de barricade ingenomen wordt." Javert antwoordde op zijn meest barschen toon: "Waarom niet dadelijk?"
"Die man, met die bruine vlek op z'n gezicht, is vanmiddag hier geweest? Had hij een blauwen kaftan, een rooden baard, een..." "Precies, Maarschalk." "Russakoff zoo waar ik leef! Jouw beul en mijn spion zijn dezelfde persoon! Zou het mogelijk zijn? En hoe laat was hij hier?" "Ongeveer vier uur." "Dat is dus vijf uur geleden," zei Zabern, zijn horloge raadplegend.
De tijd ging zoo langzaam voorbij in deze eenzame schuilplaats en de spion verlangde zoozeer de beweegredenen te leeren kennen van een samenkomst, die gansch anders was dan wat hij verwachtte, dat hij meer dan eens op 't punt stond de zaak als verloren te beschouwen en te denken, òf dat de anderen veel hooger op de trap waren blijven staan, òf dat zij naar een heel andere plaats waren gegaan voor hun geheimzinnig onderhoud.
Tot Felix zei hij: "Ik vrees dat dit alles niet veel helpen zal. De heele bevolking van Russograd doet natuurlijk alles om den spion te verbergen." In het Paleis, in een der vertrekken die Paul het laatst bewoond had, lag het lijk van den armen, zoo ongelukkig omgekomen Secretaris.
Bollekens junior sprong als onder een zweepslag op. Wat! kreet hij. Hebt gij hem dat gezegd? Ik heb het hem niet moeten zeggen, hij kent mij al van vroeger en heeft door zijn vader over mij gehoord, bekende zij. O! die schurk! die spion! riep Bollekens zijn vuisten naar de Rosbach ballend. Opnieuw zat zij een poos stilzwijgend, als in geheime gepeinzen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek