Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Droefheid en verlegenheid werken samen tot het te voorschijn roepen der tranen die Eva weer snikkende schreit. Philip komt haar een schrede nader: "Mevrouw," zegt hij zeer bedaard: "op dit oogenblik treffen uw tranen mij minder dan ik wenschen zou. Vergeef mij, ik kan niet altijd zwijgen, 't is mijn gebrek. Maar 't was toch mijn plan niet u hard te vallen.
Niets altijd Niets, en toch het een in strijd met het ander, Uit stroomen, kalmten, duisternis en deining, Uit gepeins en nadenken, altijd Niets, ten hoogste een ademtocht, een traan, een spat waters of modders, En Niets altijd uit ons bodemloos gestreef, dat opgist en wegvloeit, Niets, ten hoogste een of twee teedere maar geschonden bloesembladeren dobberende op de golven en lichtelijk aangespoeld, Niets! en ook om ònzentwil die snikkende lijkzang der natuur, Ook voor ons, wat ook onze oorsprong zij, dat geloei der wolkbazuinen, Wij, als nietswaardig aangespoeld, vanwaar is ons onbekend, en neergeworpen aan Uw voeten, Gij die daar zit of gaat, aan Uw voeten, Wie gij ook zijt, ook wij liggen als wrakken aan Uw voeten.
Meester heeft altijd gezegd dat ik er één houden zou altijd heeft hij dat gezegd," herhaalde zij gedurig op een hartbrekenden toon. "Vertrouw maar op den Heere, Tante Hagar," zeide een der mannen droevig. "Wat zal mij dat baten?" antwoordde zij, hartstochtelijk snikkende. "Moeder, moeder, spreek zoo niet," riep de knaap. "Zij zeggen dat gij een goeden meester hebt gekregen."
Snikkende viel Joan het lieve kind om den hals en verborg toen zijn hoofd in haar schoot. In deze gestalte bleven zij eenige oogenblikken zitten. "Kom Joan! zeide eindelijk Ulrica, hem met schroomvalligheid aanziende: "je moest de juffrouw maar om vergeving vragen." Joan zweeg en schudde het hoofd. "Och lieve Joan! doe het toch: anders wordt vader zeker nooit weer goed op u.
Zij stond nog in denzelfden hoek, snikkende, met haar gelaat tegen den muur. Diep ontroerd ging Tom naar haar toe en bleef een oogenblik voor haar staan, zonder eigenlijk te weten wat hij zeggen moest. Toen sprak hij aarzelend: "Becky ik ik geef om niemand dan om jou." Geen antwoord; niets dan snikken. "Becky, waarom spreek je niet?" Hevige snikken.
Maar Neeltje, hoewel van het hoofd tot de voeten beslijkt, had volstrekt geen letsel bekomen. "Foei! ik had het u zoo verboden," sprak de oudste zuster der nog steeds weenende kinderen: "Ziedaar nu, Piet, de gevolgen van uw ongehoorzaamheid." "Maar," zeide Neeltje nog steeds snikkende: "maar.... Aaf.... Piet heeft.... gezegd.... dat wel gisteren.... maar niet.... vandaag."
Maar zij hoorde slechts luide, snikkende gamma's, den weenenden dauw van een chromatischen triller, en de groote, losse tranen van pijnlijke staccato's. Ik zal werk maken van mijn spel, ik ben nooit een groote pianiste geweest, maar ik zal mij zooveel mogelijk zoeken te perfectionneeren! U zal toch muziek hooren, moesjelief! Wat een klank, wat een mooie klank!
"Maar, lieve menschen," zeide mijn vriend snikkende, "gij wilt mij nog eene halve maand in het leven houden? Ik kan bijna geenen adem meer scheppen. Haast gij u niet mij op te eten, dan zeker, eer de week ten einde is, ben ik gestikt in mijn vet. Wat zal de groote Mikias, wat zult gij zelven hebben aan eenen mensch, van ziekte gestorven?" "Hij heeft gelijk!" riep Norica.
Het is geen leven meer, herhaalde zij. Zij viel kreunende, snikkende neêr op een kussen. Wees toch kalm, zeide hij, zelve zenuwachtig. Tob toch zoo niet.... Wees luchth
Plotseling trad de grijsaard op hem toe en sloeg hem de armen om den hals. Snikkende borg hij het hoofd aan Gijsbrechts borst. "Arme, ongelukkige Heer!" fluisterde hij. "Ik ben het, ik, Fulco, uw dienaar. Ik kom u redden!" Maar Gijsbrecht trad achteruit. "Bedrieg mij niet, bedrieg mij niet, " smeekte hij. "O, vlei mij niet met iets, dat onmogelijk is. Gij, zijt gij Fulco?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek