Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Daar had hij het heen en weer gejaagd, eigenlijk niet om het diertje te vangen, maar alleen om zich met zijn angst te vermaken. De moeder wist wel, dat het moeras bodemloos was, zoo kort na het ontdooien van den grond, en dat het zoo'n groot dier, als zij was, nog niet dragen kon, en ze bleef zoo lang mogelijk aan den kant staan.

Ze was niets dan smart, en haar bewustzijn viel daarin terneer als een steen in bodemloos water. De schout had zich door de massa gedrongen, en hij stond voor de roerlooze groep, moeder en kind. "Wat is hier geschied?" zoo vroeg hij. Er was een stem uit de menigte: "De knaap is vermoord, en die de daad heeft bedreven, ligt er niet ver vandaan."

Dan de storm schiet aan, gevleugeld, Wilder, wilder, drukt hen neer, Nu in diep, dan, onbeteugeld, Heft hen tot der goden sfeer; Elke schrikgeest vaart nu dreigend Op de torenhooge zee Uit de golven, wentlend, stijgend Bodemloos, een graf van wee. Tegnér, Frithiof-sage. De Storm.

Zou die arbeid niet te vergelijken zijn met dien der dochteren van Danaos, veroordeeld ten eeuwigen dage water in een bodemloos vat te gieten?» «Welk een vreeselijke arbeid zal dat wezen!

We kampeeren op een plek van melkwit ijs, en bij de tent is een bergje, waar Hassel ijs gaat weghalen voor den ketel. Groot is zijn verbazing, het van binnen hol te vinden; zijn houweel dringt er tot den steel in, zonder weerstand te ontmoeten. Het bergje bedekt een bodemloos gat! Het was een zware dag, de eerste van December!

Net twee nieten in een bodemloos mantje; en Bregt om een oortje raakwat, voor een vervalletje: Broêr kan zo veel knokkel oly krygen als hy t'huis kan brengen: Dan zult gy wel voldaan willen tekenen? Wat zegt gy nu van Abraham Blankaart? Maar wat hoor ik, Zanneke, ga je trouwen met een Heer, die alle daag in zyn Japon by u komt?

De Heilige Schrift noemt dit: »Het diepe hartBodemloos diep. Zoo diep, dat God zelf de eeuw in uw hart heeft gelegd. Van nature is er in uw hart niets in. Uw staat als schepsel brengt dat met zich. Een schepsel heeft niets. En ook al staat gij onder de creaturen het hoogst, creatuur blijft ook gij toch; en daarom kunt ge van nature niets in u hebben. In den Heere HEERE is het wezen; niet in u.

Niets altijd Niets, en toch het een in strijd met het ander, Uit stroomen, kalmten, duisternis en deining, Uit gepeins en nadenken, altijd Niets, ten hoogste een ademtocht, een traan, een spat waters of modders, En Niets altijd uit ons bodemloos gestreef, dat opgist en wegvloeit, Niets, ten hoogste een of twee teedere maar geschonden bloesembladeren dobberende op de golven en lichtelijk aangespoeld, Niets! en ook om ònzentwil die snikkende lijkzang der natuur, Ook voor ons, wat ook onze oorsprong zij, dat geloei der wolkbazuinen, Wij, als nietswaardig aangespoeld, vanwaar is ons onbekend, en neergeworpen aan Uw voeten, Gij die daar zit of gaat, aan Uw voeten, Wie gij ook zijt, ook wij liggen als wrakken aan Uw voeten.

Dan moeten wij ook werkelijk alleen, geheel alleen verder. Enkel op ons zelven, op onze eigene zwakke kracht aangewezen, den strijd in en tegen. Een strijd, die, hoe wij ook worstelen, wij weten 't bij voorbaat, met een nederlaag eindigt. 't Bang vertwijflen aan alles. 't Wegzinken in 't bodemloos donker. 't Sterven zonder hoop.

Wij zoeken vergeefs naar eenig vast punt, naar een voorwerp, waaraan wij een maatstaf ontleenen kunnen om de diepte van dezen afgrond te peilen; hij schijnt inderdaad bodemloos, en duizeling bevangt u, als ge daarin nederblikt: maar in werkelijkheid bedraagt de hoogte van den vloer tot het gewelf honderd-vier-en-veertig el: eene hoogte, ongeveer gelijk staande met die van den toren van Straatsburg of van de groote pyramide van Ghizeh.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek