Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Hoe zoo? vroeg hij. Omdat gij ons verzekerd hadt, dat geen vreemden bij den slager konden aangekomen zijn, en toch waren zij er reeds voor ons geweest. Dat wist ik niet, want in het dorp zijn zij niet gekomen. Tschurak zal hen er buiten ontmoet hebben. Ik zeide u dat hij te paard was thuis gekomen. Hij moet hen toen ontmoet en gesproken hebben. Dat laat zich hooren.
"Je moet beter mikken, mannetje!" riep Willem Kroeze, de zoon van den slager. "Op deze manier!" En hij wierp den Duitschen bevelhebber heel netjes zijne pet van het hoofd, tot groot vermaak van de andere Hollanders. Maar toen kwam er een regen van kogels op het kasteel af. De Hollanders moesten zich zelfs achter de kanteelen verbergen, want de Duitschers ontzagen hen niet.
Wij kunnen de proef nemen met den slager. Een kogel meer, zal hem niet hinderen. Schieten ze op hem, welnu ik heb mijn geweer tot antwoorden gereed. Zie ik hun schot flikkeren, dan heb ik een mooi mikpunt. Het lijk werd neergelaten, langzaam aan, om onze vijanden tot schieten te verleiden. Niets bewoog zich. Ik ga nu het eerst naar omlaag, zeide ik.
Toen zij bij haar kwam, vroeg vrouw Trude: »Waarom zie je zoo bleek?« Het meisje stond te beven. »O,« zei ze, »ik ben zoo geschrikt van wat ik gezien heb!« »Wat heb je dan gezien?« »Ik zag een zwarten man hier op de trap.« »Dat was een kolendrager.« »Toen zag ik een groenen man.« «Dat was een jager.« »Toen een bloedrooden.« »Dat was een slager.«
O ja! maar zij heeft het ongelukkig getroffen; want de tante bij wie zij zou gaan inwonen, kan haar nog niet ontvangen: en met haar broeder harmonieert zij beter van verre dan van nabij: en nu heeft zij eene kamer moeten huren bij een slager, waar zij 's nachts niet slapen kan van 't geweld, en waar het heel vuil is; maar er is een oude neef van haar, die haar tot gezelschap wil hebben. Louise.
"Hij is zoo oud als je grootvader!" schreeuwde Klaas. "Verkoop hem aan den slager!" zei Frans. "Die kan misschien nog worst van hem hakken." "Niets terugroepen, Jan," raadde Karel aan. "Dan hebben zij er het minste pleizier van." De afstand tusschen den bok en de twee scheldende jongens werd voortdurend kleiner.
"Ik vraag, wie je bent, maar dat zie ik nu al, en waar je heengaat." "Wel, ik ben Dirk Kroeze, de slager, en ik ga naar Amsterdam. Daar steekt toch niets achter, zou ik zeggen?" "Juist, Kroeze, de slager. Wat heb je in dien wagen?" "Twee doode schapen, anders niet," was het antwoord. "Ik ga ze naar Amsterdam brengen, waar ze met een dood schaap altijd wel raad weten.
Ik was zoo even aan de overzijde bij den slager, bij wien ik als buurman een bezoek van rouwbeklag brengen moest. De broeder van den gedoode kreeg ik niet te zien. Men beweerde, hij was weggereden. Maar op de binnenplaats zag ik het beste paard van den slager, gezadeld en opgetuigd. Het is op u gemunt. Misschien wil hij het een of ander gaan inkoopen. Geloof dat maar niet.
Ik zag Halef loopen, rechtsaf, waar de breede plaatsdeur open stond en het schijnsel van het flikkerende vuur de straat goed belichtte. Tezelfder tijd kwam van af de donkere deur van het tegenover liggende huis van den slager, een persoon, die Halef achterna liep. Was dat een vijand? Ik legde mijn geweer aan. Daar kwam iemand voorbij de plaatsdeur vluchten.
En mij tot den waard wendende, zeide ik: Hebt gij mij niet gezegd, dat de slager een Skipetaar was? Ja. Hij is zelfs een Miridiet. Dus hoort hij hier in 't geheel niet thuis? Neen. Toen zijn vader zich in Sbiganzy vestigde, kwam hij uit Oroschi, de hoofdplaats der Miridieten. Welnu, wat gaat u dan zijn dood aan? Staan de Miridieten onder toezicht van den Padischa? Neen, het zijn vrije Arnauten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek