Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


"Een pater!" herhaalde de wapenknecht met een schuinschen blik op den monnik: "hij is dan waarschijnlijk uit het Karthuizer convent te Arnhem, waar de monniken, zooals men weet, nooit uitgaan dan met een mooi Mariëndaalsch zusje." "Of het een mooi zusje was, is nog de vraag," zeide de hansworst: "want zij was zoo dichtgestopt als een metworst, toen zij ons voorbijstoof.

Marcussen streek zijn mooie knevel op en vertrok den mond tot een schuinschen glimlach ongeveer als wanneer de meisjes geld wilden hebben: "Als de professor werkelijk Christensens onbeschaamdheid verdragen wil, dan is er immers niets tegen die papieren in te wisselen." "Zoo je hebt dus geld?" "We hebben 't niet liggen; maar we kunnen ons crediet gebruiken." "Crediet Marcussen!

Wij plaatsten ons op een afstand, alsof wij muziek maakten voor ons zelven, maar wij speelden zoo goed mogelijk; nu en dan wierp hij een schuinschen blik op ons; als hij ons boos aanzag, gingen wij heen; als hij met genoegen naar ons scheen te luisteren, kwamen wij langzamerhand nader en Capi kon dan gerust zijn bakje ophouden; hij behoefde niet bang te zijn, dat hij een schop kreeg.

Ik bracht de hand aan mijn pet en vervolgde mijn eenzame wandeling, van tijd tot tijd een schuinschen blik werpende op den officier der wacht, die mij zoo grof gewaarschuwd had. Mijn stemming was zeer neerslachtig; ik gevoelde mij hoogst ongelukkig. Nog geen verzuim had ik kunnen plegen en toch leed ik als onder een begane misdaad. Men had mij gegriefd, en zoo goed ik kon had ik mij verweerd.

Nu en dan stond er eens een van hen op, om langzaam voorbij de tent te loopen en meteen een schuinschen blik op de blanken te werpen. Van Knox en Hilton was niets te zien, en evenmin iets te hooren; maar toch kon men veronderstellen, dat hun toestand niet zoo bevredigend was als op dit oogenblik die van Old Shatterhand en zijn metgezellen.

»Jazeide Monks, met een schuinschen blik naar den jongen, die zoo beefde dat men bijna het kloppen van zijn hart kon hooren. »Dat is hun bastaard.« »De uitdrukking, door u gebruiktzei Mr. Brownlow op strengen toon, »is een verwijt voor hen, die lang reeds vrij zijn van de zwakke berechting dezer wereld.

Te regt; want onder 't peinzend staren Naar schuinschen stam, naar wond'ren boom , Die schermen weefde van zijn blâren, Wiens bloesem, wuivende op den stroom, De sneeuwvlok scheen dier balsemluchten, Had hem een bont faizantenpaar, In 't loof gedoken, doen verzuchten: "Dat ik zoo vrij, zoo veilig Waar!"

’t Is een steen van mijn hart, Pietersen! dat alles zoo goed is gegaan; de zaal wordt vol,” zegt Walten op den avond vóór het benefiet tot den souffleur, die hem als naar gewoonte bezoekt. „C’est clair, mon Prince!” antwoordt Pietersen, en met een schuinschen blik uit zijn knippend rechteroog voegt hij er bij: „En is ’t nu wat beter gegaan op de repetitie?” „Hoe bedoel je?”

Brownlow, met een schuinschen blik naar Grimwig; »je moet zeggen, dat je deze boeken terug komt brengen en dat je meteen de vier pond tien komt betalen, die ik hem schuldig ben. Hier heb je een bankbiljet van vijf pond, dus moet je mij 10 shillings terugbrengen.« »Ik blijf geen tien minuten weg, mijnheerantwoordde Oliver ijverig.

Cosette kon zich niet bedwingen een schuinschen blik naar de groote pop te slaan, die nog altijd in de prachtige kraam stond uitgestald; daarna klopte zij aan. De deur werd geopend. Vrouw Thénardier verscheen met een kaars in de hand. "Ha, zijt gij 't, kleine deugniet! God vergeef me, ge hebt er wel den tijd toe genomen, gij hebt zeker gespeeld!"

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek