Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
"Mannen van Weert!" zeide hij, "ge zult 't me niet euvel duiden, wanneer ik verklaar, dat ik meer van u had verwacht! Leer van mij, dat iedereen wel zeggen kan: 'Ik heb moed. Maar moed, burgers van Weert, is moed, dien men toont." Dit waren allen met hem eens, en de schout ging voort.
Vervolgends: De stad en vrijheid van Montfoort, met het rechtsgebied, het aanstellen van Schout, Burgemeesteren, Schepenen, Sekretaris, Kerk-, Huis-, en Schoolmeester, Bode, Organist, en Koster, en nog andere ambten en bedieningen.
Toen zij Gulzow naderden, zei Frederik: "Schout, wie drommel komt daar, dwars over uw bouwland, aandraven? Wat heeft die daar te jagen? Den regen kan hij toch niet ontkomen." "Wel, sakkerloot!" zegt de schout, "dat is immers de bruine van den inspektor Bräsig, en die er op zit is zoo waar, de Stemhager burgemeester." En zoo was 't.
"Best, mijn lieve schout! Maar in de allereerste plaats moest gij hooren wat uw Fieken ervan zegt. Wat mij betreft, 'k heb u maar willen aantoonen, dat deze Frederik geen gauwdief is." Hiermede was dan deze zaak voorloopig tot op Sint Nimmermeer uitgesteld.
De schout, die dit hoorde, maakte veel kabaal, maar toen zijn vrienden hem hadden uiteengezet, dat dit alleen was geschied om hem aan te toonen, dat de Florentijners wisten, dat hij dwazen had gebracht, omdat hij die goedkooper kon krijgen, waar hij behoord had rechters te brengen, vond hij het beter te zwijgen en ditmaal had die zaak daarom geen verder gevolg. Zesde Vertelling.
Dezen keer echter was er geen tijd om lang te zoeken en onverwijld moest hij met den schout van het naaste dorp onderhandelen.
Toen zijn zoon binnentrad, keerde hij naar hem zijne blinkende oogen, doch sprak niet. Geeraart vatte met haast eenen stoel en plaatste hem bij het hoofdeinde van het bed: dan stak hij zijne hand onder het deksel, om de magere hand van zijn vader te zoeken, en ze drukkende, riep hij met bevende en dorre stem: "Vader, vader, de Schout is hier geweest! Zeg mij, wat is mijn vonnis? Zal ik beul zijn?"
"Dat weet ik," zegt Frederik, "ik heb gisterenavond nog op 't Stemhager slot bij haar gezeten, en ik kan wel zeggen, ze is me zoo goed bevallen, dat ik in staat zou wezen, om ten haren gevalle te gaan trouwen." "Nou! hoor eens aan, die is niet kwaad!" zegt de schout, en kijkt Frederik van boven tot onder aan.
»Ze willen mij schout maken, als ik in dat vat kruip,« zei boerke, »maar ik doe het niet.« De schaapherder zei: »anders niet? om schout te worden, wil ik wel in dat vat gaan zitten.« »Als je er in gaat zitten,« zei boerke, »wordt je ook schout.« De herder vond het goed, en kroop er in en boerke sloeg het deksel goed dicht en dreef toen de kudde schapen zelf verder.
"Waarom niet?" zegt Frederik, en richt zich in zijne geheele lengte op. "Zie ik er uit of ik gekheid maak?" "Wat!" roept de oude schout, en gaat op hem af, "zoo'n oude bedelaar als gij zijt, die wou naar eene schoutsdochter vrijen? Mijne dochter, een jonge deern van achttien jaar?" "Schout!" zegt Frederik, "pas op uwe woorden! Oud, zegt gij?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek