Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
»Ja! ja! als men met mijn vrouwtje aan de praat raakt, is een uurtje om eer men 't weet," hernam Willems met eene poging tot scherts, die zeer weinig bijval vond. Sanne kneep de lippen samen, en snoot nog eens de kaarsen, par manière de contenance. Roestink scheen met strakke aandacht de drie kanten van zijn hoed te bezichtigen.
Mijn broers vrouw droeg een chignon met een knip en pluimen, maar ik wist dat ik eene dominésvrouw werd, en ik wilde op uw dorp geene ergernis geven..." »Dat was braaf van u, Sanne, maar eilieve, neem dan ook nu geene ergernis om zoo'n kleinigheid..."
"Eefje?" hernam de borst; "er woont geen Eefje hier; mijne kameraads heeten Sanne en Saar, en " "En dat zou geen wonder wezen."
»Ik waardeer uw goed hart, Sanne! maar.... ik kan er zoo nog niet overheen komen, ik denk me suf over mogelijkheden, waarschijnlijk en onwaarschijnlijk gaat me door het hoofd." »Mijn hemel! er is toch geen schat verloren; maar als ge het u zoo aantrekt, dan moet je onderzoeken, dan moet je er spoedig werk van maken." »Dat zal ik ook, dan.... het ergste hoe en waar dat onderzoek aan te vangen."
En de meid as 'en bellefleur zei tot de lillike Sanne: "Dern, gij bint de beste." "Het 't veurige voldoan?" vroeg Santje, "en hoe geet 't met Dorus?" "Nou òf 't!" zei Griet, "'en bêter geet 't óók." Tien minuten later, toen Santje haast bij den iep op 't heuveltje was, zei Dorus, die 'en uurke op had gezeten en pas weer ien de bedstee lag: "Griet, God zal 't oe loonen.
Sanne zette de thee en zag eens ter sluik naar Willems, die tegenover haar had plaats genomen, maar die zijne pijp liggen liet, en zwijgend het hoofd in de hand liet rusten, in verdrietelijk gepeins verzonken.
Ruim een jaar nadat Janssen van zijn uitstapje te huis is gekomen, en aan zijn Sanne een weinig anders dan van 't grootsche der zee heeft verhaald, met de bijvoeging alleen, dat ie niet kan begriepen, hoe 'en mins die dukkels de groote zee ziet, kleingeistig kan wêzen, ruim een jaar na die thuiskomst, ontvangt de Betuwnaar tegen den avond een brief van den volgenden inhoud: Zeer Waarde en Hooggeachte Neef!
»Wat zeg je, dominé!" en de juffrouw spalkte groote oogen op en veranderde van kleur. »Heeft zoo'n ding waarde?" »Voor u zeker niet, Sanne! maar.... voor mij! Het is de beste die ik ooit heb gemaakt; het was in dien tijd toen ik nog alleen leefde in mijne pastorie; ik schetste haar, ik werkte haar af in dien koepel aan de vaart." »O! daar we later den mangel gezet hebben."
Dit bericht was verre van bevredigend en Willems was er dan ook zeer ontevreden over. Nu eens verdacht hij Roestink van geheime samenspanning met de Snibs die nu zijne cliënten waren geworden, dan weer van onvruchtbare bemoeizucht die zich den schijn gaf veel te zullen doen terwijl zij niets teweegbracht. Hij durfde zijne vrouw zelfs geene deelgenoote maken van dit briefje, uit vreeze door haar gedreven te worden om eene nadere opheldering te vragen aan Roestink zelf, die hij liefst nu vermeed hoe meer hij in 't geheim tegen hem verbitterd was, uit zeker opzien tegen »onmoeite," die intusschen verre was van wezenlijke zucht tot vrede. Hij hoopte wel dat Sanne niet vragen zou als hij zelf zweeg, het was toch immers eene zaak die haar eigenlijk niet schelen kon. Van Zaterdag tot Zondag deze belangrijke vraagstukken met zich zelven overwegend, kwam hij ten laatste tot het besluit om toch maar den raad van Roestink te volgen en aan zijne catechisanten geene vragen te doen die hen òf tot verklikkers òf tot leugenaars zouden maken. Hij verkropte dus zijn leed en zweeg.
»Kom, kom, vat moed! als gij het nu niet zoo goed meer kunt, zou dan de teekenmeester het niet voor je kunnen doen, als je hem zegt wát het wezen moet. Krimpelman moet zeer knap zijn, naar ik hoor," hernam Sanne meewarig over een leed, dat zij zelf niet voelde, maar zij hield van haar man, al toonde zij het op hare wijze. »De teekenmeester! neen, dank-je kind!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek