Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Hij sprak nu dikwijls over Albertken dat reeds slim uit zijn oogjes begon te kijken en zijn grootvader erkende. Ge zijt 'n gelukkige vent, Snepvangers, zei eens de kousevent, en voor de eerste maal scheen hij niet vroolijk, gij hebt een dochter en een kindje dat grootvader zal leeren zeggen. Ja, Sander!
Onderwijl legden zij tersluips van hunne aardbeziën op de telloor der grootmoeder, totdat deze eindelijk uitriep: "Het is wonder! Ik, die zot ben naar aardbeziën, kan bijna niet meer gapen, zooveel dunkt mij, heb ik er van gegeten." "Nog zoo weinig, Meken!" bemerkte Sander. "Zeker wel twaalf of vijftien, kind." "Niet meer dan zes of zeven, Meken, wees zeker."
Sergius en Cascabel, Jan, Sander en Kruidnagel liepen vooruit of leidden de paarden bij den teugel, teneinde voor alles wat er gebeuren mocht bij de hand te zijn en de moeilijkste plekken zooveel mogelijk te vermijden. Eindelijk werd het teeken om te vertrekken gegeven. Op hetzelfde oogenblik weerklonk er een hoera, dat de ingezetenen van Port-Clarence hen ten afscheid nazonden.
"Vergeving! vergeving!" zeide Kapitein Pulver! want deze was het: "ik kwam mijn hoed zoeken, dien ik hier gelaten heb....; maar wat deksel! de droes is zoo niet!" en hij bleef Sander met een open mond aanstaren. Deze was een oogenblik onthutst; maar, zich herstellende, wendde hij het gezicht naar mij toe en van Pulver af en wilde het vertrek verlaten.
"Die vreemde Heer," zeide zij, zich tot mij wendende, "heeft mij gezeid, hij wilde u nog gaarne eens spreken, aleer hij naar boord keerde." "Welke Heer? Wien bedoelt gij?" vroeg ik, eenigszins verwonderd. "Hij zeit dat hij.... ja... wie kan al die vreemde namen onthouen...? Blaek hiet hij, 'eloof ik." "Blaek!" herhaalde Sander, plotseling opspringende met een uitdrukking van hevige drift.
Wel dan zou ik een dubbelen trek in de zaak hebben; want ik heb met dien verbrusten zandhaas nog een ouwe afrekening te houen en zoo ik hem op de eene of andere wijze averij bezorgen kan, ik zal het, de d.... haal mij, niet laten." "Gij zult wel," zeide Sander: "of wij worden kwade vrienden."
Nou hadde-we afgesproke, we zouwen om beurte vertelle, eerst ikke, dan Hein Rip, dan Klaas, en dan Sander voor 't la-ast. Nou vraagt me Hein voor de foef, "Jan!" zeittie, "hebjen 't druk op de winkel, da-ar je nou op bint." "Dat mag wel zoo weeze," zei ik; "'t is tegenwoordig al heel krappies, en er valt niks te verdiene, zoo as ook wa-ar is.
Voor de toekomst van uw goeden zoon Sander blijf ik verantwoordelijk, en mochten uwe andere kinderen ooit iets noodig hebben, ik zal mijn gansch leven gereed staan om aan hen mijne schuld jegens hunnen braven vader te betalen. Er woont een nieuwe bediende in uw wachthuis.
Voor kosten maken was trouwens de kleine Sander minder bevreesd dan iemand anders. Hij hield zich overtuigd dat, dank zij hem, de toekomst der familie Cascabel voor altijd verzekerd was. Hij bezat immers dien geweldigen klomp goud, dien hij in de Caribou-vallei opgeraapt en zorgvuldig in eenen hoek van den wagen verstopt had, verzekerd als hij was dat het een steen was van onschatbare waarde.
Met een aantal lucht- en duikelsprongen bekrachtigde Sander deze verzekering, en zijn vader liet niet na hem daarover zijne tevredenheid te betuigen. Op dit oogenblik hoorden zij Cornelia roepen dat de tafel in den wagen gedekt was. Allen snelden toe; de eetlust had onder het gebeurde in het geheel niet geleden en spoedig was er geen kruimel meer over.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek