Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


De bal joepte kantewaarts, rees langs zijne onervaren nagels weg en liep een endeken wijder. Seppie bleef een wijle plattebuiks loeren en wachten tot dat levendig ding stille zou blijven. Hij mat zijn wip, pootelde slibberend naar voren en stiet dwaas tegen 't papier aan. Even ruischte het en rolde het te lore onder de kasse. Nu lag hij te krabben om het her in 't bereik van zijn neus te halen.

't Klonk, in deze hooge kamer, zoo deerlijk, dat onnoozel muziekhuizeken. Op strate was er weinig rumoer af en toe het tijdelijk gerij van een sjeeze. In den hof ruischte het zoevend geboomte. Hier, alleene en gelukkig, maakte Vader een zottig lawaai, gedurig bezig met zijn nutteloos bedrijf, alsof zóo eeniglijk zijn leven was en niets hem aanging daarbuiten.

We gingen langs de noordkust naar het westen, waar ik aan land stapte en den dag daarop aan een andere ankerplaats weer zou worden afgehaald. Overal waren de wegen nog door den laatsten cycloon versperd door omgevallen boomen, en bijna alle kokospalmen hadden hun vruchten verloren. De wind ruischte door het woud en joeg den regen over de heuvels.

Een mensch moet zijn begeerten binden en zijn ziel besnoeien, dacht hij. Weer was er stille droefheid in hem; alleen de wind ruischte over zijn hoofd door het loover der breedgetakte Canadeesche populieren, de wind die waait, als de wil van 't leven, over de kinderen dezer aard. Hij ging de groote oude huizing voorbij die er "het Gasthuis" heet.

Wij reden door een eindelooze laan van het heerlijkst groen, en overal was stroomend water, dat ruischte en nog den invloed ondervond van den pas afgeloopen regentijd. Nu eens roken we de heerlijke geuren van vlier, dan volgde er een bosch van eeuwenoude olijfboomen met zilvergrijs gebladerte; op een open plek graasden kameelen, en op het gras lagen pakken en balen.

En een droevige verwarring heerschte in die verlichte zaal. Buiten was het stil en zwijgend: alles schaduw, alles vaal. In de handen 't hoofd verborgen, in het oog een stillen traan, Zat de Lijfknaap op een boomtronk, in de dorre lindelaan. Ruischte daar geen staalgekletter? Dreunde daar geen hoefgestamp, Half gesmoord en gants verborgen in den vochten avonddamp?

En Hoyer ging werken aan z'n sociale taak; ze zouden er van opkijken. En ik probeerde 't allemaal te gelooven. De koele wind woei om ons heen. De zee ruischte klagend, de zee, die klaagt en weet niet waarom. De zee spoelt verdrietig aan 't land. Mijn gedachten zijn een zee, ze spoelen verdrietig aan hun grenzen. Een nieuwe tijd zou aanbreken, nog konden wij groote dingen tot stand brengen.

Rondom hen heerschte diepe stilte, alleen een zacht windje ruischte door de lucht. Amrah heeft mij verteld dat u iets onaangenaams is overkomen, zeide zij zacht. Toen mijn Juda nog een kind was, mocht hij zich door kleinigheden laten ontstemmen; maar nu hij een man geworden is moet hij niet vergeten, dat hij eenmaal mijn held zal zijn.

En niet alleen meer als hij haar mishandelde, maar voortdurend, zonder dat er iets gebeurde: wanneer hij met zijn ruwe stem haar over onverschillige dingen toesprak; wanneer hij zat te eten of te drinken; wanneer hij zelfs eenvoudig in of uit het huis ging zonder iets te doen of iets te zeggen; voortdurend ruischte dof en somber in haar binnenste de halsstarrige rythme: "Ik wenschte dat ge dood waart!"

Hij wist niet wat er gebeurde, maar een poosje later voelde hij, dat hij een slappen arm vastklemde, zijn andere hand was nat. Het water ruischte koel in de kloof beneden, het stroomde voortdurend, in de verte klonk hetzelfde gezang van daareven. En daarginds zag hij nog Mevena in donker loopen. Tamalone stond op en ging voorzichtig terug vanwaar hij gekomen was.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek