United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met de zeemansmanieren kan zij zich moeielijk vereenigen; zeelieden dachten, vond zij, te veel van zichzelf en van hun schip; in 't kort gezegd: hunne ruwheid en onbeschaafdheid werd slechts door hun eigenwaan overtroffen. Het was geene geringe verdienste in Talbot, dat hij zulke halsstarrige en diepgewortelde vooroordeelen wist te overwinnen.

De vermaning daartoe, reeds tijdens den eersten chineeschen oorlog, van onzen Koning Willem II uitgegaan, bleef evenwel zonder gevolg; en eerst aan de energie en halsstarrige vasthoudendheid van den amerikaanschen commodore Perry gelukte het, in 1854, een traktaat van voortdurende vrede en vriendschap tusschen de Vereenigde Staten en Japan te sluiten, waarbij eenige havens voor den handel werden opengesteld en de vestiging van een amerikaansch consulaat te Simoda vergund.

De oude, eeuwige moeder natuur verwittigde Jean Valjean heimelijk van Marius' tegenwoordigheid. Jean Valjean beefde in het diepst zijner gedachte. Jean Valjean zag, wist niets, en beschouwde evenwel met halsstarrige oplettendheid de duisternis waarin hij was, als gevoelde hij aan de eene zijde iets dat werd opgebouwd, aan de andere iets dat verging.

Hij had zich voorgesteld, dat het vrij wat meer moeite zou kosten, Nitetis te bewegen afstand te doen van de goden van haar land, daar hij de halsstarrige ingenomenheid der Egyptenaren met hunne oude overleveringen en eenmaal opgevatte meeningen kende.

Ik had wel 'k weet niet wat gegeven als ik daar nooit over begonnen was; maar 't was te laat, zij raakten opgewonden over het geval en ondanks mijn halsstarrige ontkenningen en mijn verwoede tegenkanting wilden zij nu absoluut daarheen; en er werd afgesproken, dat zij mij den volgenden ochtend, om elf uur, op de aangewezen plek, vóór het kasteel, zouden verwachten.

"Wat verbeelden zich toch die kerels met hunne halsstarrige onbeschaamdheid," zei de Tempelier tot den Cisterciënser, "en waarom weerhieldt ge mij, toen ik ze kastijden wilde?"

Het was van dien Spaanschen gouverneur niet te verwonderen, dat hij de gelegenheid te baat nam, om de beide bezoekers de min of meer betwistbare schoonheden van de kleine volksplanting te doen bewonderen, dat hij met eene zekere voorliefde sprak over de verbeteringen, die hij zich voorgenomen had in te voeren, zoowel in het militair als in het civiel bestuur der nederzetting; dat hij de meening verkondigde en verdedigde, dat de ligging van het oude Abyla niet minder was dan die van Calpi aan de andere zijde van de zeeëngte; dat hij beweerde, dat het mogelijk was er een waar Gibraltar van te maken, even onneembaar als zijn Britsche tegenhanger; dat hij protesteerde tegen de onbeschofte woorden van master Ford: dat Ceuta aan Engeland moest toebehooren, omdat Spanje er niets van weet te maken en onbekwaam is om het te behouden indien het aangevallen werd; dat hij zich zeer vertoornd betoonde over die halsstarrige Engelschen, die nergens den voet aan wal kunnen zetten, zonder dat die voet dadelijk wortel schiet.

Maar toch, zoo een physionomiekenner dat zware hoofd met dat stoppelig zwarte haar, dat breedbeenige voorhoofd, waarop halsstarrige wilskracht zetelde, met opmerkzaamheid had gadegeslagen, en zich de moeite getroost had, hem eens ferm in die grijsgroene oogen te zien, die als onder de sterk overhangende oogleden schenen weg te zinken, en die Piet misschien zijn leven lang nog niet met vrijmoedigheid had opgeslagen, dan zou hij hier voorzeker een vonk van genialiteit hebben zien schitteren, die meer dan het gewone beloofde.

De verloopen namiddag met al zijn onaangename ondervindingen kwamen hem weder voor den geest; tegenstrijdige gevoelens maakten zich van hem meester; de herinnering aan het gesprek van oom met grootmama, en de vele hatelijke toespelingen op het verledene; Blanka's halsstarrige weigering om hier te wonen en dan de bestraffende woorden, hem door Liesje daar in de allée toegevoegd, toen hij haar verzocht, het gehoorde niet te verraden!

Daar, in dat oude Finsche kernland, geldt ook nog het oude Finsche spreekwoord: "aan den hoorn den os, bij het woord den man", dat het vaste, eerlijke en tegelijk halsstarrige karakter der Finnen zeer juist aangeeft.