Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Toen begreep Abraham, dat dit bittere ernst was; en hij haastte zich naar beneden in zijn hut, en terwijl de zee schuimend voorbij 't kleine ronde patrijspoortje ruischte, gaf hij zich over aan zijn pijnlijke gedachten en trachtte het groote ongeluk te overzien en te begrijpen. Hij dacht het allereerst aan zijn vader; wat moest die al lang geleden hebben.

Zoudt gij waarlijk niets voor ons hebben, heer caupo? Ik betaal u met deugdelijk geld. Want de heeren ædilen hebben mij genadiglijk voorschot gegund....? En hoffelijk bleef Lavinius Gabinius staan, den breedgerande in de hand.... De komedianten! De komedianten! ruischte het belangstellend door het stemgedruisch der drinkers in de taveerne van Nilus.

Cecile ging den langwerpigen hall, die als eene galerij was, door: lakeien stonden bij de portière, een gegons van stemmen suisde daar achter. Haar sleep ruischte even tegen een paar palmblaren aan en dit geluid gaf haar eene plotselinge trilling in de snaren van heur sensitivisme. Zij was een beetje zenuwachtig; hare oogleden knipten lichtjes en haar mond had een zeer ernstigen plooi.

De nachtwind was opgestoken en ruischte door de boomen. "Het is tijd om te gaan slapen," zeide de jonge dweeper. Met zachten tred verliet hij de zaal en zocht zijne legerstede op. In den droom verscheen hem de schoone Agnese Mathilde.

Naar Freya's woning gingen zij samen. Daar was zijn allereerste woord: "Freya, zoudt gij mij uw vederenkleed kunnen leenen, dan ga ik mijn hamer halen." Freya antwoordde: "Dat wil ik u heel graag geven, al was het van goud, ik zou het u leenen, al was het van zilver." Loge vloog heen, het vederenkleed ruischte, hij vloog onvermoeid van Asengaarde tot hij in het Rijk van de Reuzen kwam.

De stam van een jongen denneboom, van de takken beroofd, waaraan, bij den top, kruiselings een stuk hout was gebonden, was voor de deur opgericht, als een ruw zinnebeeld van het heilige kruis. Op een kleinen afstand, aan de rechterhand, ruischte uit de rots eene beek van het zuiverste water, dat opgevangen werd in een hollen steen, tot eene ruwe kom uitgehouwen.

"Dus tot vanavond in den Franschen schouwburg!" Haar kleed ruischte en zij verdween. Ook Kamerowsky stond op en Wronsky ging naar zijn kleedkamer. Terwijl hij zich waschte en omkleedde, schetste Petritzky hem in korten tijd zijn geheelen toestand in Petersburg, zooals die zich gedurende zijn afwezigheid gevormd had. Geld was er niet voorhanden.

Beatrice leunde met haar arm op de vensterbank en zag in den stillen nacht uit. Wat teekenden die pijnboomen zich donker tegen de lucht af; hoe zacht ruischte de zee, en hoe helder flonkerden de sterren aan het uitspansel. Wat was haar liefde dan? Was het een louter aardsche hartstocht? Neen, het was meer. Het was iets grootschers, iets reiners, iets diepers, iets onsterfelijks.

Eene groote ruimte ruischte om haar heen en in die ruimte gevoelde zij, onzichtbaar, ontastbaar, en toch duidelijk en onloochenbaar intens, de spookachtige nadering van een onheil aan rollen, áanrollen als een vage donder ... Zij reikte, met de handen trillend, rond, als naar een steun ...

En al dien tijd zouden die rails daar liggen, maar hij zou hoogstens daarginds op 't perron kunnen staan en er naar kijken en de treinen zien vertrekken, 's avonds, en 's Zondags den geheelen dag, vele malen. Nu was de zon lager en rood, de gouden streep was weg. 't Was een warme, stille avond. Het roode water rimpelde wat, de branding rolde langzaam en ruischte maar zacht.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek