Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Als golven die het strand beklimmen, Door barsche winden voortgestuwd, Zoo stormen ze aan. Een bui van vlimmen En werpgesteente paart en huwt Zich aan 't gedrang. 't Klaroengeschetter En 't rofflen van de holle trom Dreunt samen met het staalgekletter En krijten van den strijdbren drom. De hooge trans de borstweer 't kraakt Van steenen, 't werptuig uitgebraakt. De stormram beukt de poort.

En een droevige verwarring heerschte in die verlichte zaal. Buiten was het stil en zwijgend: alles schaduw, alles vaal. In de handen 't hoofd verborgen, in het oog een stillen traan, Zat de Lijfknaap op een boomtronk, in de dorre lindelaan. Ruischte daar geen staalgekletter? Dreunde daar geen hoefgestamp, Half gesmoord en gants verborgen in den vochten avonddamp?

Toen was zijn plan gemaakt. De lange nacht na den tweeden Kersdag, 1488, hing met hare doodsche stilte op het kasteel van Woerden, toen Heer Aernout door wapenklank en staalgekletter werd gewekt.

En de Zanger uit den vreemde, die naar 't gintsche klooster trad, Wendt ontzet en schuw zijn blikken, en houdt stand op 't eenzaam pad. En hy stort er op de kniën; en hy bidt, met bang gemoed, Voor zoo menig deerniswaarde, die een graf vond in den gloed. Rammelde er geen staalgekletter? Dreunde daar geen hoefgedruisch, Toen hy neêr lag, innig biddend voor wie omkwam op het huis?

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek