United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


En ze ging te lore in kalme droomen van stille huiselijkheid, haar eigen zettend bij 't vredig gefonkel van een duurbaren heerd en er luisterend naar wisselvallige gepeinzen. Rik Derboven, mevrouw Wilder haar vader, was een visscher van de Noordzee. Indertijd was hij doodarm. Hij trouwde met een meisen van zijn prochie, een struisch wijf, die hem zes dochters gaf.

De geschiedenis, zooals zij hieronder vermeld staat, is op geen andere wijze tot ons gekomen dan in bovengenoemde Middel-Engelsche vertolking. Toch heeft de schrijver van "Syr Gawayne and the grene Knyght" geen oorspronkelijk werk geleverd. Zooals hij zelf in zijn werk zegt, het verhaal bestond al en was reeds sinds langen tijd "locked in lettered lore" geweest.

Terwijl Chloë den onnoozelen Daphnis tot de bewerking van begeerde geneugten trachtte te overhalen, donkerde stilaan de mooie zomeravond. Een hobo bootste het eenzame gebleet van een verloren schaap na. De roode zonneschijf zonk lager, lager, mistte achter een rozig heuveltje te lore, vervaagde op het tooneel de mauve schaduw van den appelboom.

De Schrijver van dit werk: The Lore of the Honeybee, dat thans den lezers onzer bibliotheek in de geautoriseerde vertaling naar den 3en Engelschen druk wordt aangeboden, is een ijmker in Arundel, bij het Nieuwe Bosch in Zuid-Engeland, en naar hij ons met voldoening berichtte, van Nederlandsche herkomst: het eerste deel van zijn naam duidde hij aan als een verengelsching van ons: Teekenaar.

Hij maakt zijn eigen fluks kwaad en dan staat hij te grollen of loopt mompelend rond. De man moet veel geleden hebben. 'k Zie 't op zijn gelaat. Hij heeft een moeden mond en zijn doode oogen liggen in een rimpelkrioelinge bijkans te lore. Zijn lippen hergaan bij stonden, alsof hij een antwoord gaf op een invallende gedachte.

De menschen, die voorbijgingen, grauwden te saam weg tot schuivende nevelen en bijwijlen flitste, daar te midden door, de groene verven van een tramwagen. De lanteerens werden aangestoken en ook uit de ruiten der winkels viel een geel-rood licht, dat met de blauwe klaarte der hemelen te strijden begon. Alles klaterde ineen en streepte te lore met den gang van het woelende volk.

En, ziet ge, ik had gedacht eertijds: later wordt mijn jongen groot en struisch, later schiet mijne dochter krachtig op, en dan werp ik den last van mijnen rugge en dan zie 'k mijn kinderen met nieuwe sterkte het schoone gewicht dragen ... later.... Toen heb ik den tijd afgewacht, maar de tijd is niet gekomen.... Toen heb ik geweld willen doen.... Toen is mijn jongen vergaan, verre van mij, te lore, te lore.

De burgerij volgde ook hier den adel na en nam "stadssprekers" aan; zoo vinden wij BOUDEWIJN VAN DER LORE als stadsspreker van Gent; "Meyster PETER VREUGDEGAER, den seggher van Breda", "den spreker van Monickedam". Misschien waren ook meester JAN VAN VLAERDINGHE, AUGUSTIJNKEN en MEEUS VAN DORDT, "Meester JAN, de dichter van Sente Gheerdenberghe", "GODEKIJN, de spreker van Tricht", "meester JAN VAN MACHELEN", "DAEM, de seggher van IJsselsteyn" en BERTELMEEUS VAN DELF stadssprekers; zij kunnen echter ook, evenals WILLEM VAN HILLEGAERTSBERCH genoemd zijn naar hunne woonplaats en als vrije sprekers hebben rondgereisd.

Zulke woorden oefenden telkens op juffrouw Henriëtte eenen indruk uit, waarbij men zweren kon dat zij ze tot het laatste had begrepen. Zij zonk in eene kundige bezwijming en, met een klein, angstig gilletje te lore op den kant van het weidsche bed. Dit bed was laag en herinnerde aan de keurigheid van den zeventiendeeuwschen meubelstijl.

Jrsst!... wipte de puit. En een rilde weikerse bibberde even tenden haren slanken steel, waarlangs hij te lore was gesprongen.... Ze liepen een beekje over en stonden hijgend te lachen aan den anderen kant. Goedele bloosde tot achter hare ooren.