Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Mher Rijkaard Van Woumen, die onzen heer graaf tot Rijssel heeft vergezeld, moet dezen morgen teruggekeerd zijn; en gij begrijpt wel, Dakerlia, dat Robrecht niet mag nalaten hem te gaan begroeten. Nu zou ik moeten huiswaarts keeren; ik ben slechts gekomen om te vernemen hoe het met u gaat." "Gij verlaat mij reeds? Ach, Witta, dan ben ik weder zoo gansch alleen! Blijf, ik smeek u!"

"Gij aarzelt?" kreet Robrecht verbaasd. Maar Burchard, die de weigering van Disdir gansch goedkeurde en hem daarom uit de pijnlijke verlegenheid wilde redden, greep den handschoen. "Hier is een misverstand; gij zult niet strijden!" riep hij. "Maar weigert Disdir den aangeboden kamp? Ik moet het weten!" "Bloed tusschen vrienden!" zuchtte mher Vos met eenen geveinsden afkeer.

Placida is schoon en bevallig. Ik zal mij aan het denkbeeld van dit huwelijk pogen te gewennen. Hopen wij dat er later ook liefde voor jonkver Van Woumen in mijn hart zal groeien. Wel schijnt het mij nu moeilijk; maar de wil van eenen man, als hij eenen duren plicht vervult, kan wonderen wrochten...." "Zoo is het wel, mijn goede Robrecht!" riep de proost, hem juichend op den schouder slaande.

Hoe schromelijk ook de daad zij, die door hem is gepleegd geworden, wij moeten hem bijstaan." "Ach, oom, spreek zoo niet!" zuchtte Robrecht met afgrijzen. "Burchard is eene afschuwelijke moordenaar. Ik hem helpen? Eischt gij dat van mij?" "Het is een bloedplicht, mijn neef, gij weet het wel.

Eens toch fluisterde Robrecht aan het oor van den proost: "Ik weet niet, oom, mij ontstelt een zonderlinge schrik. Indien gij het slachtoffer werdt van bedrog en verraad?" "Stil, stil, gij hebt ongelijk", suisde Bertulf. "In alle geval, het lot is nu geworpen!"

"Ik zou u verlaten?" mompelde de jonkvrouw met eenen lichten spotlach op de lippen. "Verre van u gaan, u niet meer zien, duizend dooden sterven in de onzekerheid van uw lot? O, Robrecht, gij kent Dakerlia nog niet!" "Hemel, weigert gij dan dit eenig middel om aan eenen bijna zekeren dood te ontsnappen?" "Ja, ja; ik weiger", antwoordde de maagd met vast besluit.

"Denk veeleer aan uw kind; houd uwe welbeminde Dakerlia voor oogen", sprak Robrecht met geestdrift. "Het zal u sterk maken en uwen moed verdubbelen." "Inderdaad", kreet de oude krijgsman, "voor haar moet ik overwinnen, voor haar moet ik leven!"

"Het zij dan zoo, vergiet gij zelve het bloed van Robrecht uit haat tegen mij. Ik vertrek en ga het woord uitspreken dat hem een doodvonnis moet zijn. Nog een uur en zijn trillend lijk zal op het Zand, verminkt en verpletterd, door de wapenknechten met voeten worden getreden ..."

Hij laat hem weten dat onze graaf Karel het oor schijnt te willen leenen aan het voorstel om hem eene aanzienlijke bede uit den Gildenschat toe te staan." "Maar mijn oom de proost bedriegt zich!" riep Robrecht met ongeduld. "Veinst men aan het hof van goeden wil te zijn, het is slechts om tijd te winnen en ons in slaap te wiegen!" "Zoo denk ik er nu insgelijks over, gij weet het, neef.

Toen Robrecht Sneloghe hem genaderd was en hem vroeg met welk doel hij binnen de kerk was gedrongen, stotterde David Snoek eenige verwarde woorden, waaruit men niets kon begrijpen. Robrecht gebood den Kerels hunne zwaarden in te steken en den man los te laten. Hij verzekerde deze tevens dat, indien hij onschuldig was aan verraad, hem geen leed zou gedaan worden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek