Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


En om u wederom goed en duidelijk te doen heugen van zoo lang verledene maar voor Gawein glorievolle Aventure, wil ik u de Verledenheid voor tooveren opdat gij u allen ziet in de dagen van weleer, toen gij twintig vroegzomeren teldet en zoo frissche knapen waart, allen vol vertrouwen in Aventuren en Wonder en Heldenfayten.... En hij wees den elf ridderen elf wijde zetels aan.

De Koning hij had het Scaec aan de zorg aanbevolen zijner schatmeesters wilde er aan toe voegen, dat hij de Tafel-Ronde, wat hij ook de laatste jaren geraden had van kritiek zijner ridderen, een uitstekende, ridderlijke instelling achtte en er niet aan d

Daarom wilden zij ook wel geloof hechten aan de woorden van deze, als Gaweins schildknecht, vermomde jonkvrouw en toen zij eindelijk weêr op zouden zitten, zeide Bohort: Jonkvrouwe Alliene, of Amadijs, als gij u heet, zes onzer zullen zekerlijk tijgen naar Amoreuse-Garde, den boozen burcht, waarvan gij spreekt en waar belaagde, damoselen gevangen worden gehouden door keytivige ridderen, gezellen van Didoneel en Mordret en die zes zullen de jonkvrouwen wel verlossen, weet dat wel, maar één onzer zal u begeleiden tot Camelot, opdat gij den Koning Artur konde doet.

En Lancelot was zeer verbaasd en droeve te moede en Koning Assentijn verwonderde zich in stilte, dat nog wel ridderen van Tafel-Ronde een slechten burcht hadden kunnen stichten in afgelegen foreest, waar zij geschaakte damoselen opsloten! Lace! riep Lancelot. Ik zal Gwinebant melden van Didoneel en Mordret.

De wegen, die ze ging, waren anders voor haar geworden, de blauwe lucht dieper, en 't scheen haar, of ze de kleinste dingen des levens liefhad. Meermalen hoorde ze de jonge ridderen aan haar vader's hof met elkander lachen en praten ... dan hoorde ze zijn stem, wanneer hij sprak, hoe zacht ze ook klonk ... en ze was gelukkig.

Gawein! Gawein! riepen zij luide. Wij komen u verlossen, Gawein! Er was een groot rumoer tusschen de prayeelen en de pauwillioenen, tusschen de peper-, anijs- en gingebareboomen. Vlakkige leoparden en witte herten, getemd, vloden tusschen de amandelen, pumegernaten en notemuscaten en een menigte ridderen drong zich baan tusschen een menigte dansende feeën. Onder haar schitterde Morgueine.

Zij schonk goeden wijn, en Reinout ledigde twee schalen, en de vrouwe was verwonderd. Zij sprak: "Vanwaar zijt gij gekomen, pelgrim, dat ge den sterken wijn zoo drinkt? Tien ridderen drinken niet zooveel als gij alleen." Reinout antwoordde haar. "Geeft mij nog eens van den wijn, wilt gij?"

De Kar der Schande! Gij, dwerg, zeg mij wien voert gij rond door de foreesten op deze schandekar? De dwerg grinnikte; hij was idioot; maar de ridder op de kar kermde hooger. Heeren ridderen, wie gij ook zijt, ontfermt u mijner!

Zijt gij de onvergelijklijke, de allerhoofschte, de allerdapperste, de ridder aller ridderen aller onzer oude Koningen? Wees wellekom dan, mijn oom-lief! Ik ken u, al ben ik bijna niet meer dan een kind en al zag ik u ook nimmer!

De grijsaard lag op den grond en smeekte: "Edele jongelingen, slaat mij niet, ik ben uw vader en hedenavond nog zal ik u ridder maken." "Zijt gij onze vader ," riep Reinout uit, "het doet me leed, dat ik u geslagen heb." Aymijn echter was blijde, dat zijn zoon onbevreesd was. Den avond sloeg de vader hen tot ridderen.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek