Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Ze kwamen te Parijs, aan Karel's hof; de knaap klopte aan de poort, en de portier opende, en hij vroeg: "Vanwaar komt ge? Wien hebt ge daar gevangen?" "Het is de graaf Aymijn van Nerboen." De portier liet het paard doorrijden, tot in de zaal. En Aymijn was aan handen en voeten gebonden.
"Voorwaar heer " zeide de edele vrouwe, "ge hebt gezworen, dat ge hen zoudt dooden." "Eeden gezworen in verbolgenheid zijn geen eeden. Had ik kinderen, ik zou vroolijk wezen." "Gaat met mij en ge zult uw kinderen zien." Toen beproefde Aymijn den moed zijner zoons, en hij tartte hen, zoodat Reinout hem ter aarde hieuw.
De keizer werd zeer vertoornd en riep: "Edele baronnen, die mij liefhebben, helpt mij wreken den dood mijns zoons." Toen stonden alle baronnen op, en ze wapenden zich. Er was een groot gevecht, waarin Aymijn gevangen werd genomen.
"Broeder! neen, dit tel ik niet, want de ouders hebben natuurlijk hun kinderen lief; daarom, het ga, zoo het gaat, ik wil moeder wederzien." De broeders overvielen de pelgrims, die naar Jeruzalem waren geweest, en zij gingen in pelgrimspijen naar het slot Pierlepont, waar Aymijn woonde. Zij vonden het gesloten en zij klopten aan. De portier kwam, en hij vroeg: "Wat is uw begeeren?"
Een verspieder naderde thans vrouw Aye, en hij zeide: "Vang Reinout, en levert hem over aan keizer Karel, want aldus hebt gij gezworen." Doch vrouwe Aye antwoordde hem: "Mijn hart kan mijn kinderen geen kwaad doen: noch om het leven noch om den dood zou ik mijn kinderen verraden." Ook Aymijn vernam, dat zijn zonen in de zaal waren, en hij deed zijn baronnen zich wapenen.
Reinout reed op Beyaert, en zijn broederen op andere paarden. Als Reinout op Beyaert zat, beefde de aarde en het vuur sprong uit de steenen. En Aymijn met zijn kinderen werden ten hove genoodigd, omdat Lodewijk, keizer Karel's zoon, werd gekroond als koning van Frankrijk. Zij gingen, de Aymijn's of Heemskinderen, met hun vader, allen welgewapend, zooals ridderen ten strijde trekken.
Nimmer zouden wij de schande ontwijken, noch voor God verzoenen, noch ooit kunnen komen bij een edelman; en Karel zoude ons nimmer vergiffenis schenken!" Reinout echter zeide: "Voorzeker, ik zal hem leeren zijn kinderen te belagen." Hij bond zijn vader handen en voeten en legde hem op een paard ter neder. Een jongeling kwam voorbij, en Reinout beval hem Aymijn naar keizer Karel te brengen.
De grijsaard lag op den grond en smeekte: "Edele jongelingen, slaat mij niet, ik ben uw vader en hedenavond nog zal ik u ridder maken." "Zijt gij onze vader ," riep Reinout uit, "het doet me leed, dat ik u geslagen heb." Aymijn echter was blijde, dat zijn zoon onbevreesd was. Den avond sloeg de vader hen tot ridderen.
De jongeling weigerde, en de edele ridder sloeg hem een hand en een oor af, en stak hem een oog uit. De jongeling had slechts één hand, één oor en één oog over, en angstig werd hij voor verder verlies. Dus bracht hij Aymijn naar Karel, en dikwijls vervloekte hij Reinout onderweg.
Maar ze hadden nog geen paarden, om te rijden en te strijden naar ridders-wijze, en men voerde voor Reinout sterke rossen, welke hem te zwak waren, en hij sloeg ze dood met de vuist of drukte ze met zijn knieën de lendenen stuk. Aymijn was zeer verblijd hierover, zooals men wel begrijpen zal. Hij zeide: "Zoon, ik weet een paard voor u, dat de kracht van tien rossen heeft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek