United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen de schilder den volgenden morgen op z'n atelier kwam, vond hij zijn model al wachten. Racier was erg onrustig, zag er opvallend slecht uit, en z'n oogen glansden geagiteerd.

"Zijne Excellentie de Generaal" zoo presenteerde hij bij voorkeur zich zelf met een even ironischen ernst; wat zielig geworden herinnering aan zijn groote dagen! "Racier is wel de wonderlijkste kerel, dien 'k ooit als model heb gehad: een prinselijk fantast, kinderlijk dweper, soms zoo zacht als een lammetje in de Mei en dan weer ineens met bevliegingen van anarchistische bommengooierij.

Racier kwam nu langzaam overeind in z'n lompen-plunje, en ging bij 't raam staan; veegde tersluiks met den rug van z'n hand de tranen weg. "Groen is goed voor verdriet" zei ie schor "daarom kijk 'k nou maar effe na buiten op dat land ... Krijg 'k weer lucht van, in mijn volle gemoed ..."

"Ja ze mieke mijn in de val! Waarop de rechercheur van Dremmele an me vroeg: "waar kom jij vandaan?" 'k Zeg: "ik kom met 't mooie weer uit Voorburg gekuierd." "Zoo" zeit ie "dan je mijn arrestant." En met ze tweeë brenge ze mijn in de trein na De Haag. Daar kwamme d'r vier stille bij, en dat opperhoofd zeit: "Zoo, Racier, nou je dus weer binne." Nou, 'k hoefde dus me naam al v

Toen morrelde hij uit een versleten zakportefeuille met veel vergeelde paperassen twee brieven te voorschijn ... "Mot je op je gemak bij gaan zitte, en je verstand bij gebruike." Ik las halfluid, en hij luisterde gretig mee: "Zwager Racier in de gevangenis te X. "Vernemend, dat ge alweer waart, waar ge als man van Jaren niet meer had moeten komen, deed mij geen plijzier.

Terwijl de schilder nog even z'n palet in orde bracht om 't portret in kleuren op te gaan zetten, babbelde Racier maar wat huiselijkjes voor zich uit: "Zeg, kunstenaar ... je gezien? Me zeere voete brande al." "W

"Met lak had 'k dat marsie zwart gemaakt, en voorzien van kopere spijkertjes met me naam: Jean Charles Racier voluit. Maar vóór op de kist sting met groote letters: "WAT IS EEN MENSCH EN WAARTOE IS EEN MENSCH GEBORE". "Zoo ging 'k van de Haag over Leie en Haarlem an de huize bij 't kappitaal. En dan vroege ze wat dat woord beteekent.

Toe zeit hij: "in naam des Konings zijt gij mijn arrestant, want ge zijt niet de baron v. T. v. S., maar Racier, de vroegere doofstomme marskramer," 't welk doende hij zijn rooje sjerp vertoonde an mijn.

De meid kwam binnen en bracht twee koppen koffie. Toen ze weg was, zat Racier met z'n handen voor z'n oogen. Hij had van die zielig verarmde, lange, bleeke handen, met roode knoken. En ze beefden nu, schokten voor z'n gezicht.

Of 't nu was in de hoop op een tooneelstuk van zijn levensavonturen, wellicht ook door de bevredigende kwaliteit van de varinas, die 'k voor 'm had laten halen, dan wel dat 't fantaseerende vertellen hem een passie was geworden hoe 't zij, Racier vereerde mij na die zonderlinge introductie met een reeks bezoeken.