Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


In ernst, kunt gy aan dien deftigen verstandigen man niets melden, dat hem, in weerwil dier hoedanigheden, aangenaam zyn zoude? Pleeg met u zelf raad. Ik. Maar ik ben het met my zelf niet eens. Somtyds wilde ik, dat ik niet schryven wilde; en somtyds wilde ik, dat ik wilde. Gy lacht! Heb ik u dan niet gezegt, dat ik een misselyk figuur ben? geen vrouw voor zo een man. Juffrouw Buigzaam.

Ik ben de Wraak, die, uit de hel gezonden, Den gier, die aan uw harte knaagt, zal stillen, Uw haters straffen zal met strenge wraak. Kom af, en heet mij welkom aan het daglicht; Pleeg over moord en doodslag met mij raad.

Nu, ja, daar heb ik niets tegen, maar! evenwel een Koning pleeg een groote Hofhouding, en steeds een' stoet gewapende wachten rond om zig te hebben, ten einde zijn gezag te doen eerbiedigen, en zijn persoon te bewaaren. Geleider. Wel ja; maar ge moet dezen tijd niet bij de achttiende eeuw vergelijken. Onze Landsvaderen houden geen' stoet van Dienaars, zijn nooit omringd van gewapende lieden.

»Het was van middag gloeiend heet," begon Eliëzer zijn verhaal, »en zooals ik wel meer pleeg te doen, had ik mij neergevleid in de schaduw tusschen een paar struiken, verborgen voor den voorbijganger, die dien weg mocht passeeren.

Daarom pleeg ik zelf ook somtijds er om te lachen, wanneer zij zich verbeelden dan eerst echte Godgeleerden te zijn, als zij een taal voeren zoo barbaarsch en gemeen mogelijk; en terwijl zij zoo stamelen, dat ze slechts door iemand, die zelf stamelt, kunnen begrepen worden, noemen zij scherpzinnigheid, wat het volk niet kan begrijpen.

Gaan vragen wat ik niet erlangen wil, Gaan brengen wat ikzelf geweigerd wensch, Gaan roemen, wien ik als ontrouw gesmaad wensch! Ik ben mijn heer een trouw en echt verloofde, Doch kan hem niet een trouwe dienaar zijn, Of aan mijzelve pleeg ik boos verraad. Toch wil ik voor hem smeeken, doch zoo koud, Als ik, God weet het, hare weig'ring wensch. Mejonkvrouw, goeden dag!

Hier, neem den brief; bezorg hem fluks terug, Of, hoort gij, kom mij nooit meer onder de oogen. LUCETTA. Een minpleidooi verdient eer loon dan haat. 48 JULIA. Kom, gaat gij? LUCETTA. Goed; pleeg met uzelve raad. JULIA. Had ik dien brief toch even ingezien! Doch haar terug te roepen, en haar dat, Waarom ik keef, te vragen, gaat niet aan.

Begrijp goed, mijn vriend, dat ik een ben, die de geschoren stoppelhaartjes van een baard te tellen pleeg. Hoe heeft me die spijtige gebeurtenis beroerd en gekoterd, ach! Stel u dat onweder voor. Nu is de roes gezonken. Ik kan weer schilderen. Ik bemin Julia meer dan ooit, maar nu weet ik precies hoe vurig en hoe lang. Ik ben nu ook veel gelukkiger. Wel ja! wat glimlacht ge?

Bazinne, zoete bazinne, ik, arme pelgrim, pleeg niet voor zes gulden te eten; ik heb mij vol gepropt en straks laat ik de tong hangen als een hond in de zonne: wil mij betalen, ik verdiende eerlijk de zes gulden door het lastige werk mijner tanden; geef ze mij, en 'k zal u streelen, u zoenen, u kussen, met meer vuur dan wel zeven en twintig minnaars te zamen.

Door eigen leed alleen kunt gij mij deeren gij doet mij lief, al doet ge mij verdriet, ik moet u goed zijn, of ik 't zou begeeren of niet. Zoo pleeg met mij in bloeme¯en kindren beiden de schoonheid waar ons beider hart in leeft, en wat ik u onwillig heb doen lijden, vergeef 't! Den eine Lilie blühet über Berg und Thal, an allen Enden der Erde. Wer da suchet der findet. Boehme. De Aanroep.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek