Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Ik nam ’t mee, en omdat ik niet wist waar ik er mee heen moest, heb ik ’t hier zoolang in die kist ge....” „Ha! Ha! Ha! Ha!” lacht Pietersen plotseling overluid. „Lach niet! Groote God! dat kan ze niet velen.” „O, dat’s waar ook!

Wat Pietjak is dat weet ik nog niet. Zulke kerels, die de goeje zaak tegenhielden moesten goddorie, zei Pietersen, al vooruit op d'r ziel hebben, en als hij mij 't avond of morgen bij den kraag kon krijgen, dan zou hij zijn eigen daarop trakteeren. De kameraads wilden het bijleggen, maar ik zei dat er van bijleggen geen spraak was, omdat er niets bij te leggen viel.

11 ditto quam N. Hollandt mede by ons op de reede ende de vrunden aldaer rapporteerden ons mede van des vijants macht in Manilla gelyck die van Orange gedaen hadden. 12 ditto resolveerden met 100 man ondert gebiet van Jan Pietersen Reus met alle de schippers aen landt te vaeren om 't velt t' ontdekken; oock mede om ballast, hout ende water voor de scheepen te besorgen.

’t Is afschuwelijk om te zien, ja u heeft gelijk, de arme man is de kluts kwijt,” fluistert de dame, nu zij ziet hoe Walten, met wijdgeopende oogen voor zich uit starend, langzaam een pas voorwaarts doet, dan half wezenloos Pietersen aankijkt en werktuigelijk op smartelijken toon herhaalt. „Nu is het uit met mij.”

Met zijn eene oog herhaaldelijk knippend; hij doet ’t nu uit verlegenheid, antwoordt Pietersen: „’k Heb reeds te lang gehoopt, geliefde Donna Sol.”

Binnen!” roept Walten op gesmoorden toon, zoodra Pietersen heeft aangeklopt. Nauwelijks heeft hij de deur geopend, of Walten wenkt hem toe, dat hij zwijgen moet.

Toe, Pietersen, luister dan toch! Ga niet slapen!” „Dokter? Jawel, akkoord, médecin malgré lui, Molière. De cognac was zuiv

Maar op een avond dat ik naar huis ga zeit Pietersen tegen me met een knoop er op: Waarom ben jij nog geen lid van de Internationale? We moeten er hier kerels als jou bij hebben. Waarom Pietersen? vroeg ik. Omdat jij een knappe kerel bent, zeidie: Van Vlot en zijn soort kunnen we missen. Dronken volk geeft geen fedusie, en het ding is goed voor den donder!

27 ditto des morgens quam Jan Pietersen wederom aen boort ende hadde mette tingal in een schoone groote bocht ofte ban geweest, daer de broers voor leggen, sagen een huijs ofte diergelycke oposte ontrent het strant staen, sulcx dat apparent daer goede gelegentheyt van anckeren ende water te haelen soude wesen, maer van de joncken hadden sij niets vernomen, waerom wij wederom N. W. ende W. N. W. aen see liepen om aende Caep te comen.

Ha! ha! ha! Hij wil niet lachen.” Een wilde woeste uitdrukking komt op haar gelaat, als zij den souffleur heen en weer schudt en hem nogmaals toebijt: „Lach!” „Lach! In Godsnaam, lach dan toch!” fluistert Walten. Pietersen vertrekt zijn tandeloozen mond tot een mislukte grijns; en als Annette ziet, dat hij lacht, laat zij hem los en pakt haars vaders arm. „Jij ook! Lachen zul je, ha! ha! ha!”

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek