Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


Maak je niet boos. Dat ’s heelemaal verkeerd, mon Directeur!” zegt Pietersen, die ’t onbegrijpelijk vindt, dat de schuldenaar zóó tegen zijn schuldeischer durft opstaan, en tot den spekslager gewend, vervolgt hij soetsappig: „Meneer Träger, je moet dat zoo hoog niet opnemen: hij meent ’t zóó niet.

’t Is een steen van mijn hart, Pietersen! dat alles zoo goed is gegaan; de zaal wordt vol,” zegt Walten op den avond vóór het benefiet tot den souffleur, die hem als naar gewoonte bezoekt. „C’est clair, mon Prince!” antwoordt Pietersen, en met een schuinschen blik uit zijn knippend rechteroog voegt hij er bij: „En is ’t nu wat beter gegaan op de repetitie?” „Hoe bedoel je?”

Walten heeft snel den koninginnemantel opgezocht, hangt hem zwijgend over Annettes schouders, maar drukt te gelijk haar hand een oogenblik tegen zijn lippen. Gedurende eenige minuten staat de krankzinnige zwijgend doodstil midden in de kamer. „Zet mij de kroon op ’t hoofd en blijf hier naast mij staan!” Krampachtig houdt zij haars vaders hand vast. „Toe! Pietersen, gauw de kroon!”

Van Jansen en Van Pietersen in het Hollandsch wezen zouden, als Von Schiller, Von Schumacher, Von Schweitzer in het Hoogduitsch zijn. Zie ook § 26. De boer, in zyne onnoozelheid, vatte dezen naam eenvoudig als een plaatsnaam op.

Zoodra de huisbaas vertrokken is, zegt Pietersen tot Walten, die, op den stoel bij de tafel heeft plaats genomen en met de armen slap langs het lijf hangend, het hoofd vóórovergebogen, in doffe moedeloosheid voor zich zit te staren: „Jij bent en blijft toch altijd onpractisch, Walten! Neem me niet kwalijk, maar je kwaamt er heel onzinnig tusschen met je propositie om morgen te betalen.

Zie je, en dáárom kunnen ze 't ruwe weer zoo niet verdragen; en als het werkvolk grof werk doet met de handen, dan doen zij fijn werk met het hoofd. En, werken met de handen, dat kun je vrij wat langer volhouden als met den kop. Laat Pietersen of Van Vlot eens een klein briefje schrijven, zei Jans, dan zul je eens zien hoe'n spul ze daarmee hebben.

Cholera of pokken daar maalt hij niet om; en ook dat hij niet alleen met de gift, maar niet minder om zijn taal voor de armsten als een vader is. Wou jij zeggen Pietersen, dat dokter V. van jou gestolen heeft? zei ik. Ja, G. v. d.! riep Pietersen. We zullen ze wel krijgen G. v. d.! Toen jongens, wier ik er koud van, maar ik zweeg. Dat zwijgen beviel Pietersen niet.

Intusschen is Pietersen genaderd en vraagt met grappigen ernst: „Rr-oept u, schoone dame?” „Ja, Pietersen!” „Meneer Pietersen, als ik u verz

Pietersen, die eveneens dat zonderlinge gedruisch heeft waargenomen, knipt haastig een paar malen met zijn rechteroog, brengt den wijsvinger even aan zijn rooden neus, als wilde hij te kennen geven: „Daar krijg ik op eens een ideeen is met twee stappen bij de kist.

Maar wacht nog even: ik ben bang dat ze zoo meteen neervalt. Stil! ’t gaat wat over.” Eensklaps ziet de krankzinnige, die nog voortdurend stuipachtig, hoewel minder luid, lacht, met een schier helderen blik haar vader en Pietersen aan, laat den eersten los en vat den anderen, die de deur is genaderd, bij beide schouders, terwijl zij met gesmoorde stem hem toesnauwt: „Waarom lach jij niet mee?

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek