Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
"Heeft een engel zulk rechtstaand haar en zulke fonkelende, venijnige oogen? En hebt gij niet gezien, hoe minnelijk Nox haar de handen lekte, als ware hij verblijd eenen ouden vriend of eene oude vriendin terug te vinden?" "Kinderachtigheden altemaal," hernam Peternelle.
De oude Peternelle was bij het vuur bezig met de namiddag-koffie op te schenken, toen haar man in huis trad en met groote vreugde uitriep: "Peternelle, hij is daar! Ik heb hem gezien aan 't einde der dreve. Ten minste als mijne oogen mij niet bedriegen. Kom, kijk gij ook eens; uw gezicht is beter dan het mijne." Zij liepen beiden tot achter het hek.
Zoohaast de arme hovenier den adem en het bewustzijn terugkreeg, sprong hij huilend ter kamer uit, viel schier van al de trappen, vluchtte door den hof en liep in zijn huis, waar hij zich op eenen stoel liet zakken en kermend uitriep: "Peternelle, Peternelle, water en azijn: laaf mij, of ik val van mij zelven! Eilaas! eilaas, men wil mij niet gelooven, daar hebt gij het nu!
Deze stilzwijgendheid scheen den ouden hovenier niet te behagen, want hij liet zich grommende op eenen stoel vallen en hief de handen in de hoogte, als om den hemel zijn droevig lot te klagen. En oogenblik daarna zeide hij: "Maar Peternelle, bezie de klok, het gewone uur is voorbij. Zou er mijnheer wel een ongeluk overkomen zijn? O, mijn God, indien wij hem eens onverwachts dood vonden?"
Dan ging ik aan het venster; het was daarbuiten donker als in de hel. Wat ik tusschen de boomen heb gezien, durf ik u niet zeggen." "Wat hebt gij gezien?" vroeg de vrouw. "Alweder dwaze grillen, zeker?" "Wat ik heb gezien? Ik weet het zelf niet, Peternelle.
Het deksel lag verward, en men kon zien, dat er een schrikkelijk geweld.... O, hemel, mijn droom van dezen nacht was dus waarheid!" "Lagen de kleederen van Willem in de kamer?" vroeg Peternelle, die geweld deed om tegen de verschriktheid te worstelen. De hovenier wreef zich het voorhoofd als om zijn geheugen op te klaren. "Zijne kleederen?" herhaalde hij. "Neen, die heb ik niet bemerkt."
"Zwijg, spreek zoo niet, Peternelle. Uwe ongeloovigheid zou u een ongeluk over het hoofd kunnen halen. Peternelle, ik ben gaan zien naar de kamer.... naar de kamer van Willem, en God beware ons! het bed is ledig!" "Het bed is ledig?" morde de vrouw. "Dit is zonderling en verwonderlijk, inderdaad." "Niet waar? Die arme jongen!
Willem Reimond... en Theresia De Wit." "Theresia De Wit?" kreet de vrouw met verrassing. "Ja, onze vijandin, maar wat belet mij, haren brief onderweg te verliezen of in den turfput te smijten?" "Foei, Jakob, heb zulke gedachten niet. Uwen meester zoo verraderlijk bedriegen!" "Ik zeg het om te lachen, Peternelle. God weet, waar Theresia De Wit gevaren is.
Indien onze ongelukkige meester moet ... moet sterven, wij, zwakke schepsels, kunnen het toch niet beletten; en ik gevoel mij niet den minsten lust om hem naar de andere wereld te vergezellen. Willen wij heden nog onzen dienst opzeggen, Peternelle?" "Foei, welk afschuwelijk voornemen is dit!" sprak de oude vrouw met verontwaardiging.
"Uitgesteld is niet verloren Peternelle, ga in den stal, haal de lantaarn en ontsteek het licht er in. Hoe, Willem, gij meent, dat er geene duivels zijn?" "Ik heb dit niet beweerd," zeide de jongeling met ongeduld. "Maar gij gelooft toch niet, dat de duivel zielen koopt of menschen weghaalt. Ik weet eene geschiedenis, die klaar bewijst dat gij u bedriegt, en ik ga ze u vertellen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek