Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Te Boekhorst, Te Lintum, Ten Brink, Ter Horst. Meestal is het de naam van een byzonder huis of van eene byzondere hoeve, die door den bewoner van dat huis of die hoeve, 't zy hy dan eigenaar of slechts bewoner, huurder of pachter daar van is, als toenaam aangenomen werd, ter onderscheiding, en die later vaste geslachtsnaam werd.

Cyprianus was doodsbleek van zijn stoel opgestaan. Hij greep zijn hoed en maakte zich gereed heen te gaan. "Ja, dol!.... uiterst dol!...." herhaalde de pachter. "O, ik ben niet gewoon de pil, die ik te slikken geef, te vergulden. Ik ben een Engelschman van den ouden stempel, mijn waarde heer! Zooals ge mij daar ziet, ben ik veel armer geweest, ja, veel armer dan gij nu zijt.

Ook Wessels was zijn pachter, en sedert vele jaren was de oude man gewoon ook toen zijn zoon de plaats bestierde, om de pachtgelden bij den altijd minzamen heer te brengen.

In den regel was het niet de heer, de eigenaar van zulk een landgoed, die den naam daarvan als geslachtsnaam aannam, maar de rentmeester of de tuinbaas of een pachter, als zy er jaren lang gewoond hadden, en als 't ware met zulk een landgoed vereenzelvigd waren geworden. Men kent zulke nieuerwetsche burgnamen wel aan hunnen soms gewrongenen, ook burgerliken form; b. v.

Diep geroerd, omhelsde Babet mij op hare beurt. Zij keek door het venster op het gebladerte en de rivier, de weiden en den hemel, en zeide toen glimlachend: "Gij hebt gelijk, Jean. Deze streek is goed voor ons geweest en zal het ook zijn voor onzen kleinen Jacques.... Oom Lazare, gij zult tot peter dienen aan een pachter".

Omstreeks twee uur stond Geoffrey op, en kwam met eenige hulp van zijn WelEerwaarden gastheer in zijn kleeren. Toen gebruikte hij een luncheon, en terwijl hij dat deed, stortte Granger zijn hart voor hem uit. "Mijn vader was een pachter in Herefordshire, mijnheer Bingham," zeide hij, "en in dien stand werd ik opgevoed. Mijn vader maakte goede zaken, zooals in die dagen een vlijtig man doen kon.

Welnu, luister wat mijn vader zaliger met zijne eigene oogen heeft gezien. Er was te Desschel een oude pachter, die zich had ontkleed, voordat hij slapen ging, gelijk het spreekwoord luidt. Dit is te zeggen, dat hij zijne pachthoeve en zijn goed aan zijnen zoon had afgestaan, mits vrijen woon en kost tot zijnen dood.

Wat had Hulda bij die troostredenen anders kunnen doen dan weenen; terwijl Siegfrid haar aan het hart drukte. O, welke vreugde zou in de woning van den pachter Helmboë, bij die brave, eenvoudige en goede lieden geheerscht hebben, als er in hun kleine wereld reden tot vreugde bestaan had! »Dus gij gaat rechtstreeks naar....? mijnheer Sylvius," vroeg pachter Helmboë.

En welk een vroolijke stemming, zoowel bij de bruid als bij Siegfrid, de bruidsjuffer, bij haren vader, pachter Helmboë, bij Joël Hansen, haar aanstaande en ook bij vrouw Hansen, die, gelukkig voor haar, van haren kwelgeest Sandgoïst voor goed verlost was!

Wij hebben tijds genoeg, nog ten minste een uur en een half, eer uw oom spreekbaar worde." "Het zij zoo!" zuchtte de jongeling ontmoedigd, "ik zal pogen aandacht op uwe woorden te geven." "Welnu, de ongelukkige pachter moest evenwel eene schuur hebben om zijnen oogst te bergen, en de puinen rookten nog, en de vier naakte muren stonden te waggelen in den wind.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek