Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


In het aannemen en afleggen van namen, vooral van by- en toenamen, die de plaats vervulden der hedendaagsche geslachtsnamen, gingen de oude volken zeer willekeurig te werk. En onze eigene voorouders vóór 1811, toen de wetgeving op den burgerliken stand, en daar mede op de geslachtsnamen, geregeld werd, deden niet anders.

O! bewijs dien ryken en verwaanden opkomeling niet dat zijn geslachtsnaam van zeer nederigen en eenvoudigen oorsprong is! Toon dien nieu-bakken adeling niet aan dat zijn maagschapsnaam, die nu in spelling een weinig anders is als de gelijkluidende naam van zynen burgerliken buurman, met dien naam oorspronkelik geheel en al eenzelvig is. Immers en zal hy u geen dank wyten.

Maar ook omgekeerd zijn dikwijls juist de namen der oudste, adellike geslachten by de Friesen met dit van voorzien, terwijl de namen der burgerliken dat voorvoechsel missen.

In den regel was het niet de heer, de eigenaar van zulk een landgoed, die den naam daarvan als geslachtsnaam aannam, maar de rentmeester of de tuinbaas of een pachter, als zy er jaren lang gewoond hadden, en als 't ware met zulk een landgoed vereenzelvigd waren geworden. Men kent zulke nieuerwetsche burgnamen wel aan hunnen soms gewrongenen, ook burgerliken form; b. v.

Te weten: hy liet den vollen nadruk vallen op de laatste e van zynen naam, die uit den aard der tale toonloos is, en maakte er, in uitspraak, Habekotté van. En toen in 1811 ook deze verfranschte oud-saksische naam in de boeken van den burgerliken stand onder eenen vasten form moest worden ingeschreven, geschiedde dit onder den nog meer franschachtigen form Habecotee.

Voor den ambtenaar van den burgerliken stand, in 1811, is ook de oorsprong te vinden van den geslachtsnaam Zoekende. »Wie zijt Gy?" vroeg die ambtenaar aan den man, die by hem kwam, om zich, onder eenen geslachtsnaam, in de registers van den burgerliken stand te laten inschryven. De ambtenaar bedoelde met die vraag: »Hoe is uw naam?" of »Welken naam neemt Gy aan?"

Als een tegenhanger van dezen naam Olivier, nog heden in Friesland ook als geslachtsnaam voorkomende, liet iemand die geen eigen geslachtsnaam nog had, zich in 1811 als Olivijf in de boeken van den burgerliken stand inschryven. »Heet Gy Olivier?" zoo vroeg hy aan den man die even vóór hem zich onder dien naam, die reeds lang de vaste geslachtsnaam was van zyne maagschap, had laten inschryven »heet Gy Olivier?

En dit niettegenstaande deze lieden vaste geslachtsnamen hebben, en b. v. als Frank Wynalda, Sybren Ruurda, Auke Rommertsma, en als Sytske Abbinga, Wybrechtje Hoitema, Baukje Heidstra in de boeken van den burgerliken stand ingeschreven staan.

Twee mannen, misschien broeders of bloedverwanten, en die beiden reeds den zelfden geslachtsnaam voerden, of ook die, nog steeds geenen vasten geslachtsnaam dragende, overeengekomen waren zich onder eenen en den zelfden naam te laten inschryven in de registers van den burgerliken stand, kwamen gelijktydig by den ambtenaar, daarmede belast.

En in 1811, toen deze dwaas eenen vasten geslachtsnaam in de boeken van den burgerliken stand moet laten inschryven, gaf hy werkelik zynen naam aan als Baars. En zoo heeten natuurlik zyne nakomelingen nog heden. Men oordeele of deze geslachtsnaam Baars oorspronkelik met den naam van den visch iets te maken heeft!

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek