Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Is dokter niet precies zoo goed je zoon als Eva je dochter? Noem jij het andermans, ik noem het eigen! Van één meel, van één deeg!" "Ik spreek van zijn geld." "Geld is niemendal. Wát is geld voor iemand die genoeg heeft! Geld is een dood, een onnoozel ding...." "Stil vrouw, je praat zoo hard dat de jongens die daar knikkeren er van opkijken."

"Erg mooi weertje," merkt een vijfde aan, die verrast wordt in het opkijken naar een boekoboom, daar hij het ophout van berekent. "Erg mooi weertje! mær der hangt nog veul wind an de lucht; ik mocht liever laien dat 'et wat droogde." "Dat mocht ik net, broer," antwoordt een oud boertje, zijn pijp in de tondeldoos stekende en in een oogenblik de lucht met sterkriekende wolken benevelende.

"Die jongens kunnen ook wel om wat anders opkijken, Armelo. Maar hoe 't zij," vervolgt mevrouw iets zachter: "wat heeft men aan geld dat niet gebruikt wordt? En, als jij bijvoorbeeld eens rijk waart en schoonouders hadt die een stand moesten ophouden in de wereld, zou jij dan niet zeggen..." Mevrouw vervalt in iets zeer theatraals: "neem van het mijne, ik heb fortuin!"

Boven onze hoofden, op steile klippen, zitten jonge herdersknapen; zij trekken de aandacht door hun roode muts, die scherp tegen de grauwe steenen uitkomt; somwijlen hooren wij hun eentonig gezang; een licht geritsel van bladeren doet ons opkijken, en wij zien enkele geiten, die tusschen de schrale heesters langs de steile rotswanden haar mager voedsel zoeken.

Daar het hek op de hengsels knarst, als het geopend wordt, hebt gij al den tijd, als zij terugkomt, om met Capi u achter het ledekant te verschuilen. Dan zal ze mij alleen zien... wat zal ze opkijken! Toen wij dit afgesproken hadden, gingen wij in huis en zette ik mij bij den haard neder op het plaatsje, waar ik zoo menigen winteravond had doorgebracht.

De dames waren in lichte zomerkleeren: wit, geel en roze, met schitterende parasols; de heer, in 't donkerblauw met gelen stroohoed, zwaaide met een bruinen wandelstok. De reepers rukten aan de stengels, de vrouwen holden met de bundels heen en weer, de rooters plonsden in het water. Geen woord werd meer gesproken, geen oog durfde meer opkijken.

Op eenige stappen van de houten stelling stond een Kerel die, alhoewel niet bijzonder groot, om de sterkte zijner leden vele poorters verwonderd deed opkijken. De dikke baard die hem op de borst hing begon reeds te vergrijzen; zijn aangezicht was getaand en rimpelig als van iemand die in zijn leven veel en zwaar heeft gewerkt.

Want toen ze 'n middag in Augustus Go en Else en Else's Vader en Moeder na den heelen warmen, zonnigen dag de stad in alle richtingen doorkruist te hebben, met stijve halzen van 't opkijken naar de huurbordjes, en doove beenen van 't trappen klimmen eindelijk op het stille grachtje waren gekomen, bij het oude, hooge huis, toen waren alle groene blinden toe geweest, en de juffrouw had verzekerd, dat ze ze toe hield, tot ze kwamen, "om 't verschieten ziet u, dames."

Als zij voor mijn raam is, zal zij wel eens opkijken maar neen, zij heeft het te druk met de plasjes te mijden zij geeft er meer om, hare laarsjes zij zijn netjes, dat beken ik voor dat slijk te vrijwaren, dan om mij bah! ik ga mijne pen in den bitteren inkt doopen, maar wacht weer zoo lang, dat zij er in gedroogd is, als ik wil beginnen te schrijven.

»Kom Marten, niet zuchten!" zei hij dan op luchtigen toon. »Zoo heel ver weg zal ze niet zijn, en 't zou me niets verwonderen, als we haar vandaag of morgen onverwachts tegenkwamen. Zeg Marten, wat zou je dan vreemd opkijken!" De dagen verliepen echter, maar Anna liet zich niet zien, en Marten werd er stil en somber van.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek