Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Vervolgens ondervraagt Beaupère haar wederom uitvoerig over haar jeugd en vooral over de vraag, wat zij geweten heeft van de bekende voorspelling, dat er een Lotharingsche vrouw zou komen om Frankrijk te redden. Ook de manskleeren komen weer ter sprake: Beaupère: »Zijt gij bereid weer vrouwenkleeren aan te trekkenJeanne: »Geef ze mij, ik zal ze aantrekken en heengaan.

Besloten werd de volgende zittingen in een kleinere zaal te houden en minder publiek toe te laten. Den volgenden dag, 22 Februari, is het niet Cauchon, die ondervraagt, maar Maurice Beaupère, één van de zes afgevaardigden, die de Parijsche Universiteit tegen den aanvang van het proces in allerijl naar Rouaan had gezonden om deel te nemen aan het geding.

Jeanne van haar kant verweet hem toen, zeer terecht, dat men opschreef wat tegen haar was, maar niet hetgeen ten haren gunste getuigde. In een speciaal verhoor in haar kerker, ondervraagt Cauchon haar den 31en Maart nog eenmaal uitvoerig over haar onderwerping aan de strijdende Kerk. De zes vertegenwoordigers van de Parijsche Universiteit wonen dit verhoor bij als eenige getuigen.

Het kwam vaak voor, dat we vrouwen zagen, die haar kralen telden en in zichzelf mompelden: "Adam, Hava, Sjaitan, Adam, Hava, Sjaitan," ook wel in ons hospitaal, vóór ze de medicijn al of niet innamen. Of een patiënt werd door den dokter een operatie aangeraden, en hij ondervraagt zijn kralen, of hij des dokters raad zal volgen of niet.

En daarna ondervraagt Don Fernando met een begrijpelijke nieuwsgierigheid Mondragon, die een zijner gunstelingen is, omtrent zijn aanstaanden schoonzoon: "Mondragon, kent gij een zekeren Guido Amati, kolonel in Romero's legioen?" "Zeker, Uwe Excellentie, hij stond onder mij, eer hij naar Holland ging." "Zoo! Vertel mij eens alles wat gij van hem weet."

De blinde helderziendheid der revolutie, het koningschap in den koning en den koning met het koningschap verbrekende, zonder bijna in de woeste verplettering der idée den mensch op te merken; de ontzaggelijke storm der vergadering als gerechtshof, de openbare toorn die ondervraagt, Capet die niet weet te antwoorden; de schrikbarende verstomde waggeling van dit koninklijke hoofd onder dien noodlottigen storm; de betrekkelijke onschuld van allen in dit schriktooneel, zoowel van hen die veroordeelden als van hem die veroordeeld werd dit alles had hij gezien, hij had aller verbijstering aanschouwd; hij had de eeuwen voor de balie der conventie zien verschijnen; achter Lodewijk XVI, dezen ongelukkigen verantwoordelijken voorbijganger, had hij in de duisternis de vreeselijke beschuldigde, de monarchie, zien verrijzen; en in zijn ziel was de eerbiedige ontzetting voor de ontzaggelijke gerechtigheid des volks, schier even onpersoonlijk als die van God achtergebleven.

Een schepen, vijand des adels, antwoordde op deze rede: Heer baljuw, het is strijdig met de rechten en costumen van den lande, proppen te steken in den mond van hen, die men ondervraagt, want zij zijn hier om de waarheid te zeggen en gevonnist te worden volgens hunne rede.

Geen sprak die algemeene, valsche, koude, Ledige praat die het hart ontkennen doet Het ja dat 't ademt, en die nochtans maakt Dat het die ongemeende huichlarij Nog ondervraagt met naamloos zelfmistrouwen.

Het bleek, dat het draad aan de ketels en potten daarmede precies overeenstemde. "Burgemeester," zei Flipsen, "de jongens, die op 't oogenblik onder 't raadhuis opgesloten zitten, zijn de stelers, en de pottenschipper is de heler. Ondervraagt u de jongens maar één voor één, dan zal u zien, hoe gauw zij door de mand vallen. Vooral Klaas Zwart." "Zoo zal het gebeuren," zei de burgemeester.

Toen vroeg de baljuw: Hoe bracht gij den tijd door, sedert dat gij Katelijne verliet? Katelijne ken ik niet en heb ze dus niet verlaten, zeide hij. Gij ondervraagt mij over stukken, die vreemd aan de zaak zijn. Ik moet u niet antwoorden. Drinken! Laat mij slapen! Ik zeg u, dat Hilbert alles gedaan heeft. Maakt hem los, sprak de baljuw. Brengt hem terug naar het Steen.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek