United States or Nepal ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Hij stort, hij valt, hij ledebraakt, En stuiptrekt in den dood, En 't bloed, waarnaar de woede blaakt, Beschaamt en kleurt ze rood. Het krijgsvuur bluscht, de brand gaat uit, En 't schriktooneel wendt af, Maar de eerkroon, aan geen zwaard ten buit, Omtuilt het heldengraf!"

Ruk uit uw zilv'ren haar; knaag de and're hand Vrij met uw tanden; en dit schriktooneel Sluite ons voor goed de onzalige oogen toe! Kom, nu is 't razenstijd; wat zwijgt ge nu? TITUS. Ha, ha, ha! MARCUS. Wat lacht gij nu? dit past niet bij deze ure.

Wenden wij de oogen van dit schriktooneel af en begeven wij ons naar het leger der Staatschen, waar de doorluchtige held, die er het opperbevel voerde, met nimmer verkloekt beleid zich beijverde om de verachterde zaken van den Nederkreits te herstellen. Maer dat en is het niet, waerop de veltheer loert. Wie zich derf onderwinden Een' aenslagh, vol gevaers, moet passen op zijn tijt.

De blinde helderziendheid der revolutie, het koningschap in den koning en den koning met het koningschap verbrekende, zonder bijna in de woeste verplettering der idée den mensch op te merken; de ontzaggelijke storm der vergadering als gerechtshof, de openbare toorn die ondervraagt, Capet die niet weet te antwoorden; de schrikbarende verstomde waggeling van dit koninklijke hoofd onder dien noodlottigen storm; de betrekkelijke onschuld van allen in dit schriktooneel, zoowel van hen die veroordeelden als van hem die veroordeeld werd dit alles had hij gezien, hij had aller verbijstering aanschouwd; hij had de eeuwen voor de balie der conventie zien verschijnen; achter Lodewijk XVI, dezen ongelukkigen verantwoordelijken voorbijganger, had hij in de duisternis de vreeselijke beschuldigde, de monarchie, zien verrijzen; en in zijn ziel was de eerbiedige ontzetting voor de ontzaggelijke gerechtigheid des volks, schier even onpersoonlijk als die van God achtergebleven.

Zy treft den Reus in de ooren Hy geeft den weêrstand op en acht zich-zelv' verloren, En, nietig overschot, bedekt met wond en buil, Ontvliedt hy 't schriktooneel in angstig noodgehuil. Men volgt, en zet het woud, waarin zy schuilplaats vinden, In vuur.

't Zij, dat die vermoeienissen te groot waren geweest, 't zij, dat de gebeurtenissen der verloopen week, en vooral het schriktooneel van den vorigen dag haar te sterk voor den geest zweefden, 't zij, dat een ongesteldheid haar overvallen had, 't zij dat al deze oorzaken gezamenlijk op haar werkten, haar slaap was onrustig en afgebroken: droomen en nachtgezichten vervulden haar verbeelding en deden haar gedurig met schrik en siddering ontwaken.