Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
"Ik heb de eer uw broeder te kennen," zei Grinewitsch en stak hem zijn hand met de lange nagels toe. Lewins gelaat betrok, koel drukte hij de hem toegestoken hand en wendde zich terstond tot Oblonsky.
Hij trof hier en daar oudere en jongere, hem bijna niet meer bekende lieden aan. Daar zaten Swijaschsky en Tscherbatzky, Newadewsky, de oude vorst, Wronsky en Sergej Iwanowitsch. "Hierheen, Lewin!" riep de goedhartige stem van Turowzin, die bij een jong officier zat. Naast hen stonden nog twee onbezette stoelen. Lewin naderde hen verheugd. "Daar zijn nog twee plaatsen voor u en Oblonsky.
"Ja, maar een ongeluk, dat voor hem tot het hoogste geluk geworden is, doordat hij een nieuw hart heeft bekomen, dat van Hem is vervuld," zeide zij en zag Oblonsky zoetsappig aan. "Nu, geloof ik," dacht deze, "dat ik met mijn verzoek, om voor mij bij een van beiden een goed woord te doen, kan voor den dag komen."
Zoo wachtte hij haar in haar salon. Maar Anna keerde niet alleen terug. Zij bracht een arme nicht, een oude vrijster, vorstin Oblonsky, mede. Dit was dezelfde dame, die des voormiddags bij haar was geweest en met wie zij was uitgereden om inkoopen te doen.
Toen zij tot voor zijn woning waren gereden, liet Oblonsky zijn zuster uitstappen, drukte haar zuchtend de hand en reed zelf door naar het gerechtshof. Anna vond Dolly met haar blondharigen, dikwangigen jongen in het kleine salon, terwijl zij zijn Fransche les overhoorde. De knaap las voor en plukte daarbij aan een knoop van zijn kiel, die nog slechts aan één draadje hing.
Ik herinner mij dit nog en daarom ken ik er nog iets van." "Waar heb je gezeten?" vroeg Stipan Oblonsky. "Achter de zuil, aan de tweede tafel." "Wij hebben hem geluk gewenscht," zeide de garde-overste. "Reeds de tweede keizersprijs! Ik wou, dat ik evenveel geluk in het kaartspel had als hij met de paarden. Maar laat ons den gouden tijd niet verliezen.
"Daar is hij," zeide de vorstin en wees op Wronsky, die in een langen zwarten jas en met een breedgeranden zwarten hoed op aan den arm zijner moeder daar aankwam. Naast hem ging Oblonsky, die levendig sprak. Waarschijnlijk door Oblonsky opmerkzaam gemaakt, wendde hij zich naar de zijde, waar Kosnischew met de gravin stond en nam zwijgend den hoed af.
Maar ik zou u toch herkend hebben, want uw mama heeft de geheele reis door over u gesproken. Maar mijn broeder schijnt toch niet hier te zijn." "Haal hem toch hier! Alëscha," sprak de oude gravin. Wronsky trad op het perron en riep: "Oblonsky, hier!" Anna Karenina wachtte echter niet, tot haar broeder bij haar kwam.
"Ik heb u hem als Landau voorgesteld," ging zij zacht met een blik op den Franschman en daarna op Karenin voort, "maar hij heet eigenlijk graaf Lessabow, zooals u wellicht weten zal. Maar hij houdt niet van dezen titel." "Ik heb er van gehoord," antwoordde Oblonsky. "Men zegt, dat hij gravin Lessabow geheel heeft genezen." "Zij was vandaag bij mij en, ach, zij is zoo te beklagen.
Trouwens Oblonsky doet het uit bonhommie, maar anderen zeggen toch: 'Oblonsky bezoekt ze...." "Neen, volstrekt niet!" Lewin hoorde, hoe Oblonsky dit lachend zeide: "Ik houd hem eenvoudig voor niets oneerlijker dan ieder rijk koopman of edelman." "Ja, maar door welken arbeid heeft hij het verdiend?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek