Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Allen liepen toe met juichen en jubelen om Merlijn te verwellekomen; haastig stapte hij uit; jong was hij nog, nu, tegen den noen en vol jeugdigen zwier groette hij den Koning Assentijn, zeide hem van Koning Arturs liefde maar riep dadelijk daarop: Wellieve heer en en zoete gezellen en valiante wiganten!

In een volksliedjen mogt de laatste niet anders dan Bulleval heeten. Prince Mouringh reed langs zee In zijn wond're koets met masten; Half het Haagsche hof was meê; Groote cijsen, rare kwasten, Nog te noên bij Scheveling Snelden ze al vóór twee langs Petten, Toen het holdebolder ging En de koensten zich ontzetten: Flap zei 't zeil en krak het roer; 's Princen koets te water voer.

En hij liet zich afdrogen door de goede zon, plukt een pisbloem af, stak ze tusschen de tanden en wandelde naakt, de handen op den rug, een kikvorsch achterna, die verschrikt voor hem uitsprong. De noen stond in zijn heete stilte op de boomen, en Pallieter lag onder een aalbeziënstruik te slapen. De hof was licht en stil.

"Dat zal geen vijf minuten verschillen," zeide Marten. "'T is de vraag maar of Huib mede gaat, ja ofte neen!" "Zullen we voor den noen thuis zijn?" vroeg ik; want mijne moeder was niet gemakkelijk als ik niet en deed wat zij beval "Een uur vóór den noen zelfs!" sprak Jan Roete. "'T gevecht is in een uur afgeloopen!"

En Pallieter, aangedaan door al dat wild, barbaarsch en overtollig leven, dat zoo rijk bijeengekoekt zat in die levensvolle boomenlomp, sloeg er zijn armen rond en zei vervoerd: "Bruur Boem, Bruur Boem!" Als Pallieter noen hoorde toeten op een hoeve, was hij zoo vol honger en zoo ver van huis, dat hij op die hoeve aftrok om er te kunnen eten.

Als ik vroeg uitzet, dacht hij, ben ik 's noens terug; dan kunnen we in 't hooi werken, en als 't even zonnewarm is als vandaag, kan het tegen s' avonds al droog zijn. Jawel, Freê, morgen tijdelijk, 't hooi openvimmen, na den noen kunnen we samen hopperen.... Freê stond en wachtte nog wat. De vrouw was in 't achterhuis heur schotelgerief aan 't wasschen.

Maar de appelebongerds omringden geheel den berg en toen ik was afgedaald, dwaalden wij verder de bongerds door en aten de appels en dronken samen aan de beek. En rustten uit in de doorappelde schaduwen. En gingen weêr verder. En niemand kwamen wij tegen. Het was de noen en nauwlijks dacht ik aan wat het einde van dezen dag brengen zoû.

Wij aten den noen in het licht-groen geschilderde kamertje naast de keuken, bij het open raam. Er stonden nog bloemen op de tafel. Wij dronken koffie en rookten onze cigaren.

Gaat terug tot Camelot en zegt daar, dat gij Gawein verlost hebt uit Morgueine's tooveriën en dat hij op weg tijgt naar het Zwevende Scaec.... Het gaat tegen den noen en gij weet: tegen den noen groeien mij mijne krachten; toen mij in mijne eerste kindsheid de heremiet doopte en mijne toekomst las, voorspelde hij reeds, dat immer tegen den noen mij mijne krachten groeien zouden.

Verlinde dronk koffie met den wandelstok tusschen de knieën. Ze deed hem nog twee eieren zuipen en dan was hij veerdig. Zoo, Trezia, 'k ga, zegde hij heel gemoedelijk. God beware u, en goê thuiskomst, de groeten aan den Heer. Moet ik iets zeggen aan Freê? riep ze hem nog achterna. Neen, en te noen ben ik toch thuis. Langs de stallen stak hij zijn hoofd nog over de halve deuren en trok het hof af.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek