United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Volkomen waar! Wij heulen niet met de Spanjolen!" viel Marten zijn vader bij. De knaap zag even bleek als de vader, en zijne stem beefde van verontwaardiging bij de ongegronde beschuldiging van den Hopman. »Jongen, houd jij je snater!" beet deze hem nijdig toe.

Nou lag-ie weer, nijdig, klaarwakker, niet meer in staat te slapen van moeheid. 't Daglicht begon door de gordijnen te schemeren. Dat was de vierde nacht. 't Zou morgen ook wel zoo zijn, overmorgen ook. 't Was om uit je vel te springen. Je dee net zoo wijs om je te verdrinken as te trouwen. ..."Dollef!"... "Wat is d'r nou weer!" "Zal ik 'm morgen maar laten trekken?" "Mot je zelf weten!"

Cyprianus bezat te veel gezond verstand om de degelijke argumenten van den pachter niet naar waarde te schatten; ook om zich niet nijdig te maken over een vonnis, dat hij in den grond billijk moest noemen. Dit belette evenwel niet dat de slag, die hem trof, raak, pijnlijk raak was.

Op straat gekomen, valt Strijkman nijdig tegen zijn gezellin, die op een sukkeldrafje naast hem loopt, uit: "'t Is een nare jongen, dat hij nog altijd Kobus zeit; dat moet je hem afleeren, versta je?" "Leer jij 't hem af, als je kunt, ouwe gek. Kom hier, Kobu... Dorus!" "'k Wou, dat die procureur met zijn securigheid naar den duivel liep."

De Heer Nieuwenhuis zal zeggen: ja maar, het paste niet in mijn prent-geheel. Best.... maar een eigenschap? Zoo'n kastanje-bolster is een nijdig ding en prikt aardig van zich af.

Ik weet nog, hoe nijdig we waren, toen verleden jaar de Haagsche dames op de Vrouwenarbeidtentoonstelling ons noemden "de prinsessen van Japara". In Holland schijnt men te denken, dat al wat uit Indië komt, en geen "baboe" of "spada" is, een prinses of prins moet zijn.

"Wat meen je?" vroeg Bernard, fronsend zijn wenkbrauwen, zonder hem aan te kijken. "Nou!.... klets nou niet!.... je weet wat 'k bedoel!...." "O!.... dat!.... nee!.... daar doe 'k niet an!" "Kom!" zei weer de student met dienzelfden glimlach van geërgerd ongeloof. "Verdomd!" riep Bernard, met een driftigen stamp op den grond, "wil-je me nijdig maken?"

"Neen", antwoordde de oude priester nijdig, "ik verleen nooit iemand een schuilplaats. In gindsche vallei zult gij een gehucht vinden; zoek daar een schuilplaats voor één nacht." Met deze tamelijk onbeleefde woorden vertrok Muso, en toen hij het gehucht bereikt had, werd hij gastvrij opgenomen in de woning van het dorpshoofd.

Marten lachte er smakelijk om, dat de vaandrig zoo'n bespottelijk figuur maakte, en Kees baste zoo geweldig met zijn zware stem, en hij keek den krijger met zijne fonkelende oogen zoo nijdig aan, dat deze besloot, zich niet al te dicht in de nabijheid van dat dier te wagen. Opnieuw legde hij aan, en met een hevigen knal brandde het schot los. Thans trof hij beter.

Hij wendde zich om, en keek in de richting die hare oogen aanduidden en zag hoe een helder-gele automobiel, met een donkeren chauffeur met een motor-bril op, en met in bont gekleede passagiers, gillend en dreunend en nijdig puffend bij zijn hiel stond. Hij verplaatste zijn voet en het ding vervolgde met drie toornige kreten zijn lawaaierigen weg in de richting van de stad.