United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van een eigenlijken terugtocht van de herwaarts gekomen Steppenhoenderen naar hun vaderland is niets gebleken.

Dof klonken de hamerslagen. Zij, die 't niet konden hooren, zagen toch den hamer vallen en beefden van vrees. Het slachtoffer van deze gruweldaad liet geen kreet, geen woord van tegenspraak hooren, niets, waarover een vijand kon spotten, of dat een vriend moest bejammeren. In welke richting moet hij zien? vraagde een soldaat. Met het aangezicht naar den Tempel, antwoordde een der priesters.

"Ik ga mee naar de apotheek; adieu!" zei Eduard, en Go keek 'm voor 't eerst weer's gelukkig aan, nu de angst haar vrij liet, dankbaar, dat hij zoo lief was. "Ik kom nog vertellen, hoe 'k ze in Den Haag heb gevonden." Han reikte Go 't briefje, dat hij snel in 'n hoekje nog even had geopend. "Kan ik nu alleen niets doen?" vroeg Gerard, "weet je nu wezenlijk niets te bedenken?

Niets zal mij aangenamer zijn, dan mijn tijd op een nuttige en werkzame wijze door te brengen." "Zeer goed! ledigheid is een duivelsoorkussen. Gij weet, wat Ovidius zegt: Quaeritur, Aegisthus quare sit factus adulter. In promptu est ratio: desidiosus erat. En welk beroep zoudt gij u liefst verkiezen?" "Ik beken u," antwoordde ik, "dat ik daaromtrent mijn keus niet zoude weten te bepalen."

Fogg begaf zich aan boord van de Carnatic en daar vernam hij, tot groot genoegen van Aouda en misschien ook tot zijn eigen genoegen maar hij liet er niets van blijken dat de Franschman Passepartout den vorigen avond reeds te Yokohama was aangekomen. Phileas Fogg, die nog dezen avond naar San-Francisco vertrekken moest, ging terstond Passepartout opzoeken.

»Vrienden," sprak James Burbank, »het is, alles wel beschouwd, zeer goed mogelijk, dat wij de gevolgen van dat willekeurig bevel zeer ver overdrijven." »Ja, die mogelijkheid bestaat," zei Edward Carrol. »Waarvan kan men mij beschuldigen?" ging master Burbank voort. »Feitelijk van niets. Dat weet men zeer goed. Men kan mij mijne meeningen ten laste leggen, dat is zoo!

Hier schuilt een groot gevaar, dat ons protestantisme bedreigt. Wij, protestanten, willen van geen monniken en kloosters weten. Wij ontvluchten de wereld niet, maar willen midden in de wereld verkeeren. Maar wat zal er van dit verkeeren-in-deze-wereld terecht komen, wanneer men geen paroesie-verwachting heeft? Immers niets. Men zal den strijd met een wereld, die ons te machtig is, weldra opgeven.

Maar welhaast scheen hij zich zelf dat toegeven aan het zoete far niente te verwijten; met zekeren schrik hief hij zich op, halfluid mompelend: »Hm ja! de woensdagspreek! van de liefhebberij kan weer niets komen.

Terwijl Kaap Matifou, in afwachting dat de avond viel, in den omtrek van Monte Carlo rondwandelde, zag Pescadospunt, die zorgvuldig de wacht hield en niets liet ontglippen, de beide vennooten tegen een uur in den namiddag naar buiten treden.

Maar, had Fancy gezegd, om nu niet verder teruggezet, en om binnen weinig tyds hersteld te worden in z'n rang als prins van den geeste, moest-i nu als mensch braaf oppassen, geen roofliederen maken, niets verkwanselen, zelfs geen bybel... en dan zou 't wel gaan. Ook moest-i zich schikken in de sleepeloosheid van juffrouw Pieterse. "Dit w