Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


En hij trok hen van den boom en smeet hen in 't gedrang. En Uilenspiegel en Nele vielen zachtjes op den rug van de geesten, die ze kaatsend naar malkander smeten en spraken: Gegroet, menschenkinderen! Welkom, aardwormen! Wie wil het knaapje en het meideken? Zij komen ons bezoeken, de weekelingen. Genade! riepen Nele en Uilenspiegel, die van den een naar den anderen vlogen.

Nog een kus, doch kom nooit meer terug; nog één, gij zijt schoon, maar vertrek! Braaf meideken, sprak Uilenspiegel, heur in de armen drukkend. Dat was ik niet altijd, zegde zij. Ik deed lijk zij. Hoe sprak hij, dat liedeken, die zoete oproep tot de verliefde mannen? Ja, zegde zij. Moeder wilde het, u red ik, omdat ik u uit liefde beminne. De anderen zal ik redden te uwer gedenkenis, mijn geliefde.

En Katelijne stak met heuren lepel, rondom de sauspan naar de boerenteenen en naar de prinsessen. Omtrent dien tijd ging een meideken van vijftien jaar alleen in vollen dag van Heist naar Knokke, langs het duin. Niemand koesterde de minste vrees voor heur, want men wist, dat weerwolven en verdoemde zielen alleen uitgaan en bijten des nachts.

Lamme aanschouwde toen het meideken en sprak: Gij zijt lief, gij zeit frisch, uw blanke schouderen komen als rozeblaadjes uit op uw kleed; ik wil niet dat die donzige huid, onder dewelke zulk jeugdig bloed vloeit, lijde onder de slagen der zweep; dat die heldere, flikkerende oogen weenen ter oorzake van de smerte der slagen; dat de wakke killigheid des gevangs dat goddelijk lichaam doe beven.

Op reize door Brabant, zag ik er de wafelijzers van dat land en zei ik bij mij zelven, dat een dergelijk ijzer mij zou kunnen dienen als een ijzeren muil. Ha! had ik u bij den kraag, gij allen, boosaardige tijgers, die genoegen schept in de folteringen eens grijsaards! Ik zou u bijten met nog meerder genoegen dan den soldaat en het meideken.

Daar Uilenspiegel Nele bezag en er geenszins aan dacht de weitasch te nemen, stak Lamme het hoofd door een ander gat van de huif en sprak: Meideken vol voorzienigheid, als hij niet aanpakt, is 't uit verlegenheid. Maar geef mij die hesp, die gans en die worsten: ik zal ze bewaren voor hem en ze beschermen. Welk een tronie is mij dat? vroeg Nele.

De tijd verliep met dit dartel minnespel; doch zij moesten opstaan om te vertrekken, want te midden van het blijde gejoel vreesde het meideken steeds den provoost Spelle te zien verschijnen, met zijne beulsknechten. Sla uwen rok over ons hoofd, sprak Uilenspiegel. En als herten liepen zij naar Destelbergen, naar de Drie Koningen, alwaar zij Lamme aan 't eten vonden.

Doch allen, Vlamingen als Walen, zijn bevreesd voor ons en jagen ons weg. Daar wij niets kunnen verdienen, zijn wij wel gedwongen, groenten, vleesch en kiekens bij de boeren te stelen, vermits zij ons die niet willen geven of laten verdienen. Lamme vroeg hem: Van waar komt dat meideken, dat zoo goed op mijne vrouw trekt? Dat is de dochter van onzen hoofdman, antwoordde de zwerver.

Uilenspiegel, die het meideken vergezelschapt had naar Meulestede, kwam in de benedenkamer van het huis van Michielken, en zag daar het konterfeitsel van een meester-pasteibakker. Hij veronderstelde dat dit het portret van den armen doode was. En Boelkin zeide: Dat is mijn rampzalige broeder. Uilenspiegel nam het konterfeitsel en sprak: Spelle wordt gehangen! Hoe zult ge dat doen? vroeg zij.

Daar de klok altoos luidde en de trompet altoos schalde, toog de oude Sapermillemente er eindelijk ook henen. Uilenspiegel hield ze van verre in 't oog. Toen zij weg was, ging hij binnen. Gij, hier! sprak het meideken, brandt het dan niet? Neen, neen, antwoordde Uilenspiegel. Maar die klok, die zoo jammerlijk klept? Zij weet niet wat zij doet, antwoordde Uilenspiegel.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek