Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Zij klommen den weg in het schelpzand op, en vonden, in het duin, een naakt meideken liggen, dat gansch uitgeschud was, tot zelfs van heur hemde ontdaan, en rondom heur lag bloed. Nader gekomen, zagen zij, in heuren armen gebroken nek, het merk van lange, scherpe tanden.

Zoodra een jongeling en zijne geliefde voorbij haar komen, beproeven zij het meisje te dooden, of blazen het weerstand biedende meideken liefdelust in, opdat zij heuren minnaar gehoor geve; want dan krijgt de bloemenmaagd de helft van de kussen.

Heer baljuw en heeren rechters, riep Katelijne uit, hij beweert dat hij mij niet kent; maar ik, ik ken hem wel en weet, dat hij op den rug een bruine, harige geboortevlek heeft, groot als een erwt. Ha! gij bemindet een meideken van Heist! Hoeft een oprecht minnaar voor zijn geliefde te blozen? Hans, ben ik niet meer schoon?

Het slachtoffer lag op den rug, met de oogen wijd open naar den hemel, met den mond insgelijks open, alsof het nog om hulp wou roepen. Zij bedekten het lichaam van het meideken met een opperste kleed en droegen het naar Heist, naar het Schepenhuis.

's Anderen daags, omtrent middernacht, bij mistig weder, stond Uilenspiegel gereed een huis te verlaten, waar hij een Vlaamsch minnelied aan een Waalsch meideken gaan zingen was, toen hij eensklaps aan de deur van het naburige huis een driemaal herhaald ravengekras hoorde. Een boer kwam op de zulle. Uilenspiegel hoorde stappen op den weg.

... Binnen kort gaan wij samen bij Katelijne, een schoone, goedhertige loddege; heure dochter, Nele, een kind van mij, als Katelijne mij trouw was, is een lief en beminnelijk meideken; zonder moeite zult gij ze nemen; ik schenk ze u, want ik geef niet om bastaards: men kan ze nooit met zekerheid voor zijn kroost erkennen.

Toen het droog was, beschilderde hij het met de kleur van de lijken, met verwilderde oogen en een pijnlijk en getrokken gelaat, als dat van een zieltogende. Toen was het meideken niet meer verwonderd, doch ze bekeek het masker, zonder er van de oogen te kunnen slaan; ze werd bleek, ontstelde, bedekte heur gezicht met de handen, en huiverend sprak zij: Hij is het, mijn arm Michielken!

Zij droeg, in eene tassche, acht en veertig zilveren stuivers, wat vier karolusgulden uitmaakt, die heure moeder Tonia Pietersen, woonachtig te Heist, schuldig was, wegens eene verkooping, aan heuren oom Jan Rapen, woonachtig te Knokke. Het meideken, Betkin genaamd, had heure beste kleederen aan, en was blij te moede vertrokken.

Uilenspiegel, sprak hij, ik geloof, dat ge mij maar weggezonden hebt, om met 't meideken alleen te blijven; ik heb met den hazelaar zeven reizen op elk vlak van den toren geslagen, en hoewel de wind blaast als een duivel, toch hebben de hengsels niet geknarst. Men zal ze zeker gesmeerd hebben, antwoordde Uilenspiegel. Vervolgens togen ze henen naar het hertogdom Brabant.

... Aldus zien wij dat schoon leger, al onze hoop op redding, verzwinden als spoken bij den zonsopgang; maar God is met ons, en als de aarde ons ontsnapt, zullen wij te water voortwerken. Leve de Geus! Badend in tranen, kwam 't meideken zeggen tot Lamme en tot Uilenspiegel: Te Meulestede laat Spelle, voor geld, moordenaars en coquinen ontsnappen. En onschuldigen doet hij ter dood brengen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek