Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Spaart hem, heeren rechters: geeft hem een vollen beker te drinken, maar laat eenige droppelen over voor mij. Hans, is 't reeds het uur van den nachtuil? Toen vroeg de baljuw aan Joost Damman: Welke was de reden van het tweegevecht, waarin Hilbert den dood vond? Joost antwoordde: Wij vochten om een meideken van Heist, dat wij beiden beminden.
Uit de hoogte van den vurigen, diepen, blauwen hemel overstroomde de zonne het aardrijk met haar gloed, en de Natuur sliep onder de zonnestralen als een dartel meideken, dat trilt onder de kussen van beuren geliefde. De karpers sprongen boven het water naar de vliegen, die gonsden als een kokende ketel, terwijl de zwaluwen, met heur lang lijf en groote vleugelen, hun hunne prooi betwistten.
Maar schalksch zei ze: Wees toch stil, zie eens hoe Hans u beziet; hij zou u vermoorden! En een meideken, dat jaloersch was, zei: Zoek elders, Uilenspiegel, ziet gij niet dat zij bang is voor heuren minnaar? Lamme wreef in zijne handen en riep: Ge zult ze toch allen niet hebben! En hij was in zijn schik. Uilenspiegel droeg geduldig zijn lot en keerde met de bruiloft terug naar de hoeve.
In de hoop van het meisje te weten wat de oude Sapermillemente hem verborg, ging Uilenspiegel opnieuw voorbij de woning; het meideken riep nu niet meer, doch lachte hem, knipoogend, liefelijk toe. Doch de oude kwam plotseling achter hem binnen. Grammoedig heur te zien, liep Uilenspiegel als een hert de straat op, al roepend "'t brandt!
Toen Uilenspiegel bij het vallen van den avond voorbij hunne woning ging, zag hij het meideken aan 't venster en hoorde hij heur neuren: Oogst, oogst, Zeg mij, zoete maand, Wie neemt er mij als vrouw; Zeg mij, zoete maand? Ik, zei Uilenspiegel, als gij wilt. Wie, ik? vroeg zij. Kom nader, dat ik u zie.
Hij reed tot omtrent het schavot en zag het meideken druk bezig met Uilenspiegel's koorden door te snijden, terwijl de beul het heur wilde beletten, zeggende: Als gij ze doorsnijdt, wie zal ze betalen? Maar het meideken luisterde niet. Als hij heur zoo vlug en ijverig en liefdevol bezig zag, was hij verteederd. Wie zijt gij? vroeg hij.
Onderweg sprak Uilenspiegel tot Lamme: Wij hebben reeds schrikkelijk veel geld uitgegeven: wij hebben huurlingen aangeworven, den serjanten eene belooning gegeven, een karolus aan dat Egyptisch meideken geschonken; voeg daarbij de ontelbare oliekoeken, die het u beliefde zonder ophouden zelf te eten, liever dan er éénen te verkoopen.
Maar de maanden zijn spotters van nature, en 't is niet van één man dat ik droom, maar van twaalf te gelijk; gij zijt de dertiende, zoo gij lust hebt. De andere zouden jaloersch zijn, antwoordde Uilenspiegel. Gij ook roept: "Verlossing!" Het meideken bloosde en sprak: Ik roep om verlossing en weet wat ik vraag. Ik weet het insgelijks en breng het u mede, antwoordde Uilenspiegel.
Zij gehoorzaamt dus aan niemand? vroeg Lamme. De bruine man antwoordde: Laat hen, die God treft, hun zin doen. Aldus beduidt hij zijnen wil. En zijn wil is onze wet. Uilenspiegel en Lamme vervolgden hunnen weg naar Brugge. En de Egyptenaar ging ernstig en fier terug naar het kamp. En het meideken danste, schaterlachend, in een opene plaats van het bosch.
Uilenspiegel wendde zich tot een jong en liefelijk meideken uit den troep, en zei schertsend: Met u wil ik trouwen. Doch blozend antwoordde zij: Ik wil wel; doch alléén in de kerk. De vrouwen spraken lachend tot elkaar: Heur hert trekt naar Hans, den zoon van den baas. Hij vertrekt zeker met heur. Ja, antwoordde Hans. En de vader zei tot hem: Gij moogt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek