Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


De oude man zag vreemd op bij het hooren van het woord "vrind". Helaas, misschien was 't hem op zijn negenenzestigste jaar nog geheel nieuw. Een zenuwachtige glimlach, die iets verschrikkelijks had, kwam over zijn mager gezicht; zijne grijze oogen luisterden eerst op, werden toen weer dof, en schoten vol tranen. Zijn gansche gelaat zeide: ik zal u vertrouwen. Zijn lippen zeiden: "Hoor reis meheer!

Als ’t niet mogelijk is om dien hond uit de kamers te houden, moet hij weg, de deur uit,” bromde Frits tegen Jaantje, die als goede kameraad voor Bijou partij trok door te zeggen: „Dat kan uwes geen meenens wezen, meheer; ’t stomme dier heit er toch geen part of deel an, dat er ’n kleintje gekommen is.” Die logische opmerking ontwapende Frits’ gramschap en behoedde Bijou voor ’t wegjagen.

Deze arme man kon alles verdragen: schrale spijs, een hard bed en, naar de mate zijner jaren, harden arbeid. Hij had geen eigen huis, hij zou geen eigen graf hebben: o had hij dan ten minste de zekerheid dat zijn allerlaatste gewaad het zijne wezen zou! "Meheer begrijpt wel!" ging hij, eenigszins schor, voort, "dat daar die twaalf gulden voor was. Het was veuls te veul.

Of ie et gezien het as ik me uitkleedde, of as ik me aankleedde, of toen ik ziek was, of dat ik er hardop van gedroomd heb, ik weet et niet. Ik zou wel haast zeggen dat ik er van gedroomd had; want ik denk er altijd om. Verleden dinsdag had et den heelen voormiddag geregend, as meheer wel weten zel. Klaas had geen cent opgedaan. Het was te slecht weer; de jongens hielden zich niet met hem op.

De zwarte palfrenier steeg af en schelde aan. "Is je heer thuis, meisje?" "Meheer is na Amsterdam." "Maar mogelijk is Barend te werk," riep Kegge uit het rijtuig. "Ja, meheer! Barend is er. As meheer er maar uit wil komen?" Wij stegen af, en men bracht ons naar het zoogenaamde bollenhuis, waar Barend zich weldra te midden der bolrekken, houten zaadbakjes en sterke geuren aan ons oog vertoonde.

De oude oogen schoten weer vol tranen; hij stak zijne dorre handen naar mij uit; ik vatte ze, toen hij ze, beschaamd over zijn gemeenzaamheid, terug wilde trekken, en liet ze niet dan na een bemoedigend drukje varen. "Och", zei hij "och meheer weet dat zoo niet; maar ik ben ik ben veel bedroefder dan boos. Maar Klein Klaasje het me mishandeld. Klein Klaasje is slecht.

Dat beloofde ik hem en ging in huis. Maar hij kwam mij achterop, met den linkerarm in een laars van Pieter en den schoenborstel in de rechterhand. "Vraag escuus, meheer, dat ik zoo vrijpostig ben", zei hij, "maar mag ik u nog wel iets verzoeken?" "Wel ja Kees!" "As meheer na' de Regenten gaat", hernam hij, "mot meheer maar net doen as of ie van nies weet." "Ik beloof het u, Keesje!"

"Is uwé meheer Willebram, als ik vragen mag?" vroeg een zwak, pieperig stemmetje, blijkbaar toebehoorende aan iemand, die nog nooit een onbekende van de diligence gehaald had. De vraag was tot den commissaris van politie gericht. "Benje d......mal, kerel", zei de commissaris van politie. "Moet hij uit dezen wagen komen?" vroeg op hupschen toon de man van het maagdelijk metaal.

"Welk huis?" "Van de Diakenie." "Ik heb het in 't voorbijgaan gezien." "Goed. Et is een leelijk huis, is et niet? een leelijk huis; met rooie deuren en vensters; en van binnen alles rood en alles donker. Nou; meheer weet wel dat we daar allemaal arm zijn, allemaal even arm; ik kan et niet anders zeggen, net precies, denk ik wel, as op 't kerkhof. Ik en een ander verdienen iets, maar et helpt niet.

Zijne blauwe oogen hadden een vriendelijken glans, en zijn mond was juist genoeg ingevallen om een allerinnemendste plooi te hebben aangenomen. "Barend!" zei de heer Kegge, "ik moet een mooien ruiker bloemen hebben." "Dat zal slecht gaan, meheer Kegge," antwoordde Barend.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek