Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Tienus?” riep Jaantje bijna verontwaardigd. „Tienus, meheer! die is de goeïgheid zelf. O heere neen! die heeft er geen part of deel an, die zou ’m subiet hebben weerom gebracht, als hij ’m iewers had ontmoet.”

"Wil ik dan niet eerst gaan zeggen dat meheer er is?" vroeg Jansje. "Vooral niet, kind; ga maar vooruit, wilje?" De tuin was een lange smalle strook langs de vaart, aan welker oever de heer Bruis eenige oogenblikken te voren een weinig adem geschept had, zag allerschrikkelijkst groen, en had niet dan zeer smalle wandelpaadjes, aan weerskanten met aardbeiplanten omzoomd.

"Ik denk nogal dat je 't na je dood ook heel goed zult hebben, Keesje!" zei ik. "Ik hoop et, meheer: in den Hemel is alles goed; maar dat meen ik niet. Ik wou me lijk verbeteren, weet u?" "Wat is dat, Kees?" "Hoor reis, as we dood zijn, dan leit men ons op strooi en we krijgen 't goed an van 't Huis, net as wanneer we leven, en dan gaan we na 't kerkhof, in de put; dat wou ik niet.

"Onder de weg ontmoet ik 'n wachtmeester van de huzare, die mijn speciaal kon. Hij komt na me toe en zeit: "meheer, je mag wel oppasse, want ze loope patroulle om je te vatte. En dat zou mijn spijte, want je rol is te mooi." "Daarop zijn we in dat koffiehuis de avond gaan zitte afwachte met verschillende consumsies.

Hij was in 't midden van den nacht wakker geworden, had haar thee laten zetten, en was, wat zij volstrekt niet van haar meheer gewend was, zeer knorrig geweest; daarbij had hij haar zoo verwilderd aangekeken, dat ze "der tranemontane haast was kwijt geraakt en de schrik haar nog in de beenen zat". Zij geloofde, "dat het niet goed was geweest, dat meheer zoo veul met een open raam zat, want daar waren die menschen uit vreemde landen toch maar niet aan gewend", en zoo vervolgens.

Als er te veel verteerd is, het is door de meiden niet geschied. De meiden moeten blijven. Toen strekte hij zijne hand uit en schelde. "Laat Kees boven komen!" sprak hij tot de binnengetreden dienstmaagd. Kees kwam; gepoeierd als zijn heer; een man van ongeveer vijftig jaar, van middelbare gestalte. "Wat belieft meheer?"

Dan springt ie om een stok net as zoo'n aap, en dan maakt ie zijn bochel wel eens zoo groot. Ik heb geen bochel, meheer!" liet hij er met een zucht op volgen. Terecht begreep ik dat Keesje minder jaloersch was van den bochel dan van diens geldige vrucht.

Mijn onderdanige groetenis aan Meheer en alsdat ik hoop dat hij geen las meer van zen Longe zal hebbe. Zoo noem ik mij U onderdanige Hanna Mullet. Aan de Hoofdverpleegster van Zaal II.

Hadje dat geld noodig; of deeje 't alleen om 't pleizier van het te hebben?" "Och, meheer"! zei het diakenhuismannetje, het hoofd schuddende: "Als ik et zeggen mag, die rijke lui weten dat zoo niet; de Regenten weten 't ook niet; want zij hebben er geen zorg voor. 't Gaat alles goed bij zulke menschen; bij leven en sterven.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek