Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Bedenk echter," zei Max Huber, "dat westelijk van ons kamp een stroompje liep in de richting van het woud. Misschien wordt het verder op wel een rivier en wij zouden dan van boomstammen een vlot kunnen maken... "Je gaat weer fantaseeren, Max," zei de Amerikaan. "Toch heeft mijnheer Max gelijk," hernam de voorlooper, "er is inderdaad een stroom, die in de Oebanghi moet uitloopen...."

De rivier liep nog altijd naar het Noordwesten; haar oevers waren afwisselend hoog en laag, maar steeds bezet met zware boomen, waaronder de bombax of katoenboom, wiens bladerdak soms de geheele rivier overwelfde. "Het lijkt waarlijk wel een park!" riep John Cort, vol bewondering. "Het gelijkt soms op het nationale park van Yellowstone!" "Behalve dat daar geen apen zijn", antwoordde Max Huber.

Zooals wel te denken was, bood het woud geen gemakkelijk begaanbaar pad aan en dit deed Max Huber opmerken: "Het is wel jammer, dat onze olifanten hier niet kunnen doordringen. Wat hadden zij netjes al die slingerplanten kunnen wegruimen en die zware wortels der boomen kunnen plat trappen...." "En ons daarbij", zei John Cort.

Eerst uit de grap had hij haar wat aangemoedigd, maar nu viel zij hem voortdurend lastig, en was zij hem niet zoo zeer meer tot amusement als wel tot verveling geworden.... U had.... dames-bezoek.... meneer Max? Ja, ja, juffrouw de Bruin! dacht u, dat ù alleen me 't voorrecht van uw gezelschap gunde? Niet plagen, meneer Max! zuchtte de oude juffrouw coquet. Kunt u daar niet tegen?

Ja, jawel, dat begrijp ik, maar 't daarop volgende, bedoel ik. Toe, meneer Max, en zij drukte zijn hand, weet u, de volgende week ben ik.... jarig! Zoo, zoo! Ja.... en.... een Eva met mijn verzen d'r in, zou m'n liefste cadeau zijn op die dag. Zullen we u dat pleizier dan maar doen? Alstublieft, , ja. Ik dank u wel, hoor?

"Ik verbaas mij over niets meer", gaf Max Huber ten antwoord, "ik zou het zelfs niets vreemd vinden, als die zwartjes mij vriendschappelijk op mijn schouder klopten en zeiden: 'Zoo amice, hoe gaat het?" Af en toe liet Li-Mai de hand van Llanga los en liep hij, als een vroolijk, spelend kind, naar een der Wagdies.

Hoe John Cort en Max Huber ook aandrongen, dat het tweetal hen vergezellen zou naar Libreville, niets baatte, er viel niets anders te doen dan afscheid te nemen van den braven man, die uit dankbaarheid wegens de redding van zijn kind, hun als gids zulk een onwaardeerbaren dienst bewezen had.

Nu, zóó ook zal ik dat arme Lebak liefhebben na de genezing van den kanker waaraan 't lydt sedert zooveel jaren. De gedachte aan bevordering doet me schrikken: ik kan hier niet gemist worden, Tine! En toch, aan den anderen kant, als ik weer bedenk dat we schulden hebben ... Alles zal wel goed gaan, Max! Al moest je nu van hier, dan kan je later Lebak helpen als je Gouverneur-generaal bent.

"Beproefd misschien wel, maar gelukt is het zeker niet en in Kameroen zoowel als in den Congo zou ieder u zulk een onderneming afraden. Het is de vraag of men met de bijl of met vuur er een weg doorheen zou kunnen maken en nu spreek ik nog niet eens van de reusachtige doode boomen, die onoverkomelijke hinderpalen vormen." "Onoverkomelijk Urdax!" spotte de ongeloovige Max.

Clara, zei Max, toen de anderen uit het gezicht verdwenen waren. Ik heb iets in je houding gezien, iets, dat me moed geeft, om zoo tegen je te spreken, als ik nu ga doen, Clara. Ik heb je.... Een snelle, sterke blos bekleurde haar heele gezicht. Zou hij toch, o, zou hij toch.... Stil, Max, zeg niets verder, vroeg ze zacht. Je mág niet zoo tegen me spreken. Claartje, wat bedoel je?