Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Beste Max! zeide zy smeekend. Dit beteekende: "vertel toch niet aan die heeren waarom ik in uw schatting verheven moest zyn boven verkoudheid!" Havelaar scheen te verstaan wat Tine meende, want hy antwoordde: Goed, kind! Maar weet je wel, heeren, dat men zich dikwyls bedriegt in 't beoordeelen der aanspraken van sommige menschen op stoffelyke onvolkomenheid?

En toen opeens werd 't me zoo helder: dat ik de schrijfster van die brieven had liefgehad.... al lang.... al zoo lang.... O, is dat waar?.... Ja! dat ik haar, haar-alleen, en al lang had liefgehad.... Lieveling.... lieveling.... geloof je me? Ja.... ja.... ik kan niet anders, dan je gelooven.... Max. En dat ik zocht naar de geest, die die brieven schreef, dat weet 'k nu.

Wat de grootte van het schepseltje aangaat, deze bedroeg nauwelijks 75 centimeter, maar het scheen dan ook nog jong te zijn. Men kan zich voorstellen hoe verbaasd Max Huber en John Cort waren, toen zij daar eensklaps tegenover een volkomen vreemd schepsel stonden, nog door geen enkelen geleerde of natuuronderzoeker ontdekt en dat de schakel scheen te vormen tusschen den mensch en de dieren!

"Komaan Max", zei John Cort, "denk toch niet aan zoo iets onzinnigs en wees liever blij, dat wij zulk een woud kunnen omtrekken. Ik heb geen lust mij in zulk een doolhof te wagen!" "Wie weet wat er in verborgen is!" "En wat zou er in verborgen zijn, Max? Onbekende rijken, betooverde steden, vreemde dieren, olifanten met zes pooten of negers met drie beenen?"

Daar schrijft hij in het begin van 1858 zijn langen brief aan Duymaer van Twist, een brief, dien hij pas na de verschijning van Max Havelaar in 1860 heeft uitgegeven.

Zij voelde zich zoo vreemd bewogen; zij wist, dat zij aan Max haar liefde verraden had, zij had begrepen, dat hij van een andere hield.... en toch was zij aangedaan met een lichte vreugde, terwijl zij diep bedroefd was tegelijk.... Zij kon zijn geleide niet weigeren; zij vertrouwde zich nu niet genoeg om een luchtigen, schertsenden toon aan te slaan.

Luide groeten riepen zij nog elkander na, met grapjes op Eva de Bruin, die telkens nog omkeek naar Max, maar te veel haast had, om thuis te komen, daar haar Pa met eten niet wachten wou, en zij Max dus niet na-loopen kon.... en op Emilie, die Robert stevig onder den arm had genomen, en hem weg-voerde in haar veilige hoede.... Maar Clara kon niet mee-lachen en pret-maken, zooals anders; zij was niet vroolijk; het tintelde tot in haar vingertoppen van een vreemden angst.... zij was zóo bevangen door het besef, dat hij haar liefde voor hem nu wist, dat zij met neergeslagen oogen voort-liep, in een sterken aandrang tot schreien.

Zoo ging Max Huber met den voorlooper op weg en weldra hadden zij den heuvel met de tamarindeboomen achter zich. Hier in het vrije veld was het iets minder duister, maar op verderen afstand dan honderd schreden zou toch geen mensch te onderscheiden zijn. Het tweetal was voorzichtig een vijftig pas voortgegaan, toen zij eensklaps Llanga achter hen bespeurden.

En werkelijk, van den oever werd met takken, zelfs met steenen gegooid, door de apen, waarvan sommige buitengewone kracht schenen te hebben. Khamis deed zijn best het vlot midden op de rivier te houden, maar toch kon men zich tegen al die projectielen niet geheel beschermen. "Het wordt te erg!" riep Max Huber en aanleggende op een gorilla, dien hij aan den oever bespeurde, gaf hij vuur.

Max Huber snelde naar binnen en vond eenige kostbare voorwerpen: een pan, een kop, een wollen deken, een bijl, en een half vergaan brillenhuisje! In een hoek stond een koperen kistje, zoo verroest, dat hij het niet open kon krijgen. Eindelijk met behulp van een mes gelukte dit en in het kistje lag een aanteekenboekje, waar buiten op een naam te lezen stond: Dokter Johausen.