Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 november 2025
Of zouden zij wellicht de een of andere nachtelijke plechtigheid vieren? "Misschien hebben zij onze karavaan niet eens bespeurd", zei Max Huber. "Maar dan zien zij haar toch bij het aanbreken van den dag", antwoordde de voorlooper. "Als wij dan ten minste niet weg zijn, Khamis." Nog een halven kilometer liepen zij voort en waren toen het woud tot op een paar honderd schreden genaderd.
Dit merkwaardige stuk werd in 1590 uitgevoerd door de burgers van Gratz, Thomas Auer en Max Wening, en doet de inlandsche kunst alle eer aan. Terecht laat een geharnast ruiter de panthervlag van Stiermarken boven zijn hoofd vrij uit waaien. Op den muur naast den put herinnert een gedenkplaat eraan, dat de groote sterrenkundige Kepler te Gratz verblijf hield van 1594 tot 1606.
Maar Max lette niet op haar; zijn wenkbrauwen waren samengetrokken; hij schertste niet, hij sprak in ernst. 'n Vrouw, die je liefheeft.... Liefde, liefde.... is de eenige noodige eigenschap van de vrouw.
Die vraag kon niet beantwoord worden. Waren die mannen dan opgesloten in een grot, of in een donkere gevangenis, waarin geen lichtstralen konden doordringen? Neen, maar om hen heen stonden zulke hooge, zwaar gebladerde boomen, dat op weinige passen alles donker was. Die drie mannen waren John Cort, Max Huber en Khamis. Hoe kwamen zij daar op die dichte, donkere plek in het groote woud?
Ik.... ja, ik wil 't je zeggen; ik bén niet voor liefde. Ik weet geen liefde. 't Eenige, wat ik heb, misschien, is 't moederinstinct.... En daarom, jongen, kom altijd bij me, altijd, als je raad noodig hebt.... of steun.... maar spreek me nooit meer van liefde. Toen Max heenging, was hij werkelijk wat ontroerd geweest.... Maar nu was zijn stemming weer omgeslagen in drieste vroolijkheid.
"Wat zegt gij daar, Max? Honderden mijlen zijn wij door geheel onbekende landen getrokken, wij hebben onze geweren moeten gebruiken tegen de assegaaien en pijlen van vijandige inlanders, wij hebben jacht gemaakt op den Numidischen leeuw, zoowel als op den Lybischen panter, wij hebben zooveel olifanten geschoten, dat van hunne slagtanden toetsen kunnen gemaakt worden voor alle piano's ter wereld, en nog ben je niet tevreden?"
De dokter gaf geen antwoord... Zou hij het niet begrepen hebben? Zou hij zijn eigen taal vergeten zijn, nu hij drie jaren te midden der Wagdies gewoond had? "Verstaat u mij?" hernam John Cort. "Wij zijn vreemden, die hier naar Ngala gevoerd zijn." Nog geen antwoord. Thans kwam Max Huber nader en schudde den Koning tamelijk oneerbiedig heen en weer.
"Toen het vlot tegen de rotsen stootte", zei hij, "werden Li-Mai en ik in het water geslingerd..." "Li-Mai?" vroeg Max Huber. "Ja, zoo heet hij", antwoordde Llanga. "Heeft dat schepseltje dus een naam", zei John Cort, "heeft deze stam, of dit volk, of hoe gij het noemen wilt, dan soms ook een naam?" "Ja, ik heb Li-Mai hen dikwijls Wagdies hooren noemen."
Zonder een woord te spreken was de negerknaap hen gevolgd. "Hoe durft gij?" vroeg Max Huber vertoornd; "ga onmiddellijk terug!" "O mijnheer, laat mij bij u blijven", smeekte Llanga "En uw vriend John dan, die daar ginds is?" "Ja, die is daar, maar mijn vriend Max is hier!" antwoordde de negerknaap zeer ter snede. "Maar wij hebben je niet noodig", zei Khamis barsch.
"In elk geval moeten de Wagdies dit orgel uit de hut van den dokter gestolen hebben", ging de Amerikaan voort. "Ja, na eerst dien braven Duitscher vermoord te hebben", antwoordde Max Huber bitter.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek