United States or Azerbaijan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Khamis was eigenlijk de eenige, die zijn koelbloedigheid bewaarde. Hij had twee revolvers in zijn gordel, de karabijn in de hand en wachtte, wat gebeuren zou. Urdax raasde en tierde over het verlies zijner goederen en scheen aan het dreigend gevaar weinig te denken. Llanga toonde wel is waar geen vrees, maar volgde Max Huber op den voet.

Hij riep John Cort en Max Huber, de boom dreef steeds nader, daar klonk eensklaps een kreet, alsof een menschelijk wezen om hulp riep, en plotseling stortte zich iets uit den boom en trachtte den oever te bereiken. Zonder recht te weten wat hij deed, zonder een woord te spreken, sprong Llanga in het water en wist het kleine wezentje te grijpen.

Alle onbehaarde gedeelten van het aangezicht en van de handen zien er bruinachtig zwart uit. De grootte van dezen prachtigen Aap schijnt overeen te stemmen met die van de hem verwante soorten. Humboldt, Prins Max von Wied en Schomburgk hebben ons het leven der Slingerapen in vrijen toestand leeren kennen.

"Wij moeten terug", raadde de voorlooper, "ik geloof niet dat ons kamp van nacht zal worden aangevallen en wij moeten de anderen gerust gaan stellen." "Wij kunnen dat beter doen, als wij hen tegelijkertijd kunnen meedeelen, wat die geheimzinnige lichtschijnsels eigenlijk zijn." "Neen, mijnheer Max, wij moeten ons niet verder wagen.

Maar toen de wagen daar eindelijk stond, bleef aan de menschen geen andere schuilplaats over dan de boomen. Eerst gingen Max Huber en John Cort nog in den wagen en namen alle patronen mede, terwijl zij den voorlooper nog een flinke bijl als wapen gaven. "Het zal ons wat baten", mompelde Max Huber zenuwachtig, "alleen kanonnen zouden hier hulp kunnen verleenen!"

Straks, straks doen we wat we willen, maar nou bij de zaken zijn! Present, president! zei Ka, en zat netjes met zijn handen op de tafel. Ajasses, wat 'n kinderen. Jasses! had ik jullie maar thuis-gelaten!.... Nou, begin jij nou niet zelf, kalmeerde Sneeuw. Laten we de zaken vlug afdoen. Noem op, Max, wat we nu voor 't eerste nummer hebben. Stuk van mijn roman.... Hoe heet die? Eva, natuurlijk.

Dat doe ik! dat doe ik! Omdat jij verstandig ben en onafhankelijk, omdat jij niet hengelt naar 'n man, jij vernedert je niet, jij verlaagt je niet: jij ben 'n vrouw, 'n mooie, echte vrouw.... O, nee, Max, juist niet.... 'n mooie, echte vrouw heeft niet zoo'n koud temperament als ik; die heeft wel degelijk verlangen naar liefde, al "hengelt ze dan ook niet naar 'n man", en ik....

Max zweeg. Zijn gewone overmoedigheid had hem begeven. Hij voelde zich klein in haar nabijheid. Je zal er wel gauw overheen zijn, hoor, verzekerde zij hem. Je ziet in je omgeving alleen vrouwen, die je vleien en om je gunst bedelen, ik doe dat niet, ik neem zelfs weinig notitie van je.... nu, vanzelf trekt je dat aan, je zou 't pikant vinden, mij, juist mij....

Neen, ze kan niet in 't vuur vallen Ze is ... Maar, Tine, riep Havelaar, wat is ze dan toch? Ze is imponderabel, Max, als je vrouwen te Arles ... wezen moesten! Ik heb geen omelet ... ik heb niets meer! Dan in 's hemelsnaam de historie! zuchtte Duclari met koddige wanhoop. Maar koffi hebben we, riep Tine. Goed!

Het was zeer te bezien of alles wel ordelijk en zonder ongelukken zou afloopen! Maar daar ontstond eensklaps diepe stilte. De deur van de koninklijke hut ging open en de soldaten stelden zich in twee rijen ter weerszijden daarvan op. "Zie zoo, eindelijk zullen wij Zijne Majesteit dan zien!" zei Max Huber. Maar het was Zijne Majesteit niet, die uit de hut kwam.