Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Hij wreef in zijn handen en zei: "Nij gaan we is samen in het rijk der zon." "Er is maar voor twee man plaats," merkte de stuurman op. Het viel lijk een steen op Pallieter zijn hert. "Da's spijtig, hé kind," zei hij, "mor 'k neem oe dan mee in mijn ziel." Marieke was ineens verlegen, en streelde de manen van het paard....
Er ging een klop in zijn hert, en in zijn hemd liep hij naar de kamer van Marieke, en riep door 't sleutelgat: "De maaiers staan in 't gers! Kom zien, kom rap!" Daarmee liep hij terug naar zijn kamer, schoot zijn broek aan, en begost weder aan Mariekes deur te roepen en te kloppen.
Marieke gaf maar heelder stukken vleesch aan Loebas en meneer Pastoor zei: "Drinken is ook eten". Deze voelde zich beschermd door zijne soetaan, en dronk maar den ouden zwarten wijn. Charlot kon bijna niet meer. "Ik hem nog kans mè het staaltje te trekken!" zei ze. Dan wierd er eerst fijn gelachen, en men zong al van: "Charlot is van de brug het water in gevalle!"
Pallieter had bij het maaien groote bewegingen, en stond grootsch en donker afgeteekend tegen het bleek licht van den uitgestorven dag, en het licht ging van zijn zeis niet af. Er kwam ineens een geritsel door 't gers en in de schemering zag hij een tuil gele bloemen, en wit daarboven het hoofd van Marieke.
Marieke was aan 't venster komen zien en riep opgewekt, de handjes kletsend: "Och, hoe schoen! hoe wit, hoe wit!" Een sneeuwbal vloog nevens haar hoofd de kamer in en zij gichelde het uit, omdat Pallieter haar niet geraakt had, en riep: "Wacht ik kom meespele!" Ondertusschen was Pallieter al begonnen met een sneeuwen vent te maken.
"Wij ete zon!" riep Pallieter terug, en na twee sterke riemslagen lieten ze zich tijmee drijven door het bakkersoven warme land, dat ze nu rondom hen in al zijn vinnige verlichting zagen openliggen. Marieke zat van achter. Pallieter van voor, en ze lieten hun handen in het lauwe water hangen.
"De meid van den pastoor van 't Beggijnhof heèd e nief medikement verzonne oem appelkokketoerte te make. Ik zal er zoe is ien make. In ie woort, dor zal niks te keurt zijn. Mor leusterd: onzen baas heè gezeè dagge ma petekind Marieke sito, sito mut meebrenge, want dattem anders oep zanne poet zal spele.
Pallieter zat met Marieke tusschen de blauwe lommerte van zonnebloemen en vlieren, verschgeplukte kersen te eten uit zijn strooien hoed. De vlier rook geweldig, en de zonnebloemen zongen van de hommelen. Pallieter stond eens recht om zich te rekken, en riep: "Mitteke zie na toch da' licht, licht! het is gelak muziek!"
Juist sprong er een veertigjarig zat boerken op een stoel en begon te zingen van: Drie schoon Tamboers die van den oorlog kwamen Drie schoon Tamboers die van den oorlog kwamen Van rom plom, rom plom, rom plom plom, die van den oorlog kwamen. Iedereen zong mee en 't was daardoor dat Marieke, om zoo te zeggen ongezien, van de tafel ging.
De zon was al weg, en er waren geen schaduwen meer, maar vele breede witte stralen, lijk Mozeshorens, staken nog door de pluimwolken tot aan 't hoogste van den hemel, en het was alsof er achter de wereld een groote heilige stond. Verblijd ging hij weer naar binnen en zei tot Marieke: "Kom we gaan, want God ga klappe."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek