United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude straatlantaarn. De ooievaars. Zooals manlief doet, is het altijd goed. De groote Klaas en de kleine Klaas. De vliegende koffer. Vijf uit één schil. De tondeldoos. Het meisje, dat op het brood trapte. De bloemen van de kleine Ida. De onwrikbare tinnen soldaat. De gouden schat. De droom van den ouden eik. Zij deugde niet. De herderin en de schoorsteenveger. De flesschehals.

Neen, gelukkig niet ieder Mohammedaan houdt er vier vrouwen op na, maar iedere getrouwde vrouw in onze wereld weet, dat zij zijne eenige niet is, en dat vandaag of morgen manlief haar een gezellin kan thuis brengen, die op hem evenveel rechten heeft als zij; volgens Mohammedaansche wet is zij ook zijn wettige vrouw.

Intusschen kwam de kindermeid met den kleinen Albert binnen, en de moeder, nam het ventje over. »Hoe hij toch groeit!" riep Marling uit, en de hand op Lena's schouder leggend, zeide hij mild en vriendelijk: »Kom vrouwtje, wij zullen niet meer praten over de politiek; wij hebben wel iets beters te doen." »Maar manlief is er mee begonnen," meende Lena op half schertsenden toon.

«Ja, zie jezei onze boer, en nu vertelde hij de heele geschiedenis van het paard, dat hij tegen een koe verruild had en zoo verder tot aan de appelen. «Nu, dan zal je vrouw wel duchtig op je knorren, als je thuis komt. Daar zit wat voor je opzeiden de Engelschen. «Wat? Knorrenzei de boer. «Een zoen zal zij mij geven en zeggen: zooals manlief doet, is het altijd goed

De genezing wordt ook wel verkregen door aan S. Ciro, den patroon van Portici te beloven, op zijn eerstvolgenden naamdag daarheen een uitstapje te maken. Manlief gaat dan ook maar mee, al is hij minder geloovig, want het vuurwerk en de muziek zijn er zoo mooi... Het Zoölogisch Station.

Maar hij had het blad nog nauwelijks ingezien of wanhopig riep hij: »Groote God!... Dat wordt mijn ondergang!..." »Manlief, wat is er?" riep juffrouw Vermaat ontsteld. Ook Reinier en de beide schooljongens keken vragend en angstig hun vader aan. Zijn gezicht zag doodsbleek en strak tuurde hij op de courant, die beefde tusschen zijn handen. »Een nieuw decreet... De Regie wordt ingevoerd!"

Ook bestond er nog een andere reden, waarom zij 't zoo goed met elkaar konden vinden. Moest er iets besproken worden, dan begon meneer Rustig altijd met te zeggen, dat vrouwlief haar zin zou hebben, en dat vond ze heel pleizierig; daar echter manlief, als 't er op aankwam, steeds zijn eigen zin volgde, was hij evenzeer in zijn schik.

Ja zeker, zingen zal ik erbij, als je dat wilt. Wacht! een aardig lied, dat mij juist zooeven uit vroeger tijd te binnen viel. Zieje wel manlief, dat ik waarheid sprak toen ik je zei, dat ik hier in ons ruimer huis weer heel veel spelen en zingen zou?"

»Wanneer is deze brief aangekomen?" »Wanneer?" »Ja, op welken dag? Gisteren of vandaag?" »Gisteren." »En de man?" »Wien bedoelt gij?" »De man, de bode, welke dien brief gebracht heeft?" »O, die is denzelfden avond weer vertrokken." »En is hij voor zijn dienstbetoon goed beloond geworden?" »Ja, manlief; maar niet door ons..." »Niet door u?" »Neen, maar door Gilbert.

Tegelijk scheen ze nog niet willens manlief de rust te laten, die hij kennelijk zocht; want op eens wendde zij het hoofd naar hem toe, zeggende: »Heden dominé, daar valt me iets in, waarom hebt gij die groote teekening weggenomen uit de catechisatiekamer? Ik dacht, dat je daar zooveel mee op hadt?" »Weggenomen! de teekening?