Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Zij viel juist in het dichte riet aan den oever van een klein meertje in het bosch neer, de flesschehals herinnerde zich nog levendig, hoe hij daar een tijdlang gelegen had. «Ik gaf hun wijn en ze gaven mij water, maar zoo is het ook goed!» Hij zag de verloofden en de vergenoegde ouders niet meer; maar hij hoorde nog lang, hoe zij juichten en zongen.
Het huis werd door arme lieden bewoond, en het armoedigst zag het er wel op het zolderkamertje uit, waar voor het eenige kleine raampje een oude vogelkooi in den zonneschijn hing, waarin niet eens een waterglaasje zat, maar slechts een omgekeerde, met water gevulde flesschehals met een kurk er op.
O, het is zonderling, zoo voor de eerste maal opengetrokken te worden! De flesschehals had dit plechtige oogenblik later nooit kunnen vergeten; het had immers «flap!» in zijn binnenste gezegd, toen de kurk er afvloog, en hoe klokte het, toen de wijn in de glazen geschonken werd!
«Ja, jij hebt goed zingen!» zei de flesschehals, hij sprak dit wel niet op de wijze uit, zooals wij het kunnen doen; want spreken kan een flesschehals niet, maar hij dacht het zoo bij zich zelf, zonder zijn gedachten onder woorden te brengen, evenals wij menschen dit ook wel eens doen; «ja, jij hebt goed zingen, jij, die al je ledematen nog hebt.
«Ja, jij hebt goed zingen!» zei de flesschehals, en die was immers merkwaardig genoeg, die was immers in den ballon geweest, meer wist men van zijn geschiedenis niet af.
Toen ter tijd dacht zij er niet aan, dat zij haar loopbaan als flesschehals zou eindigen en zich tot den rang van vogelglaasje verheffen, hetgeen toch altijd een eervolle taak is, omdat men alsdan toch iets is!
Nu hing hij daar als drinkglaasje, hoorde de menschen beneden op de straat mompelen, hoorde de woorden van de oude juffrouw binnen in de kamer; zij had bezoek van een oude vriendin gekregen; zij praatten met elkaar, maar niet over den flesschehals, maar over den mirt, die voor het raam stond.
Hier bevond zich ook de flesch, die wij kennen, die, welke eenmaal als flesschehals, als vogelglaasje aan haar eind zou komen; het kwam haar hier alles prachtig voor, zij was immers weer in het groen, weer te midden van vreugde en feestelijkheden, zij hoorde gezang en muziek en krioelen van al die menschen door elkaar, vooral uit dat gedeelte van den tuin, waar de lampions hingen en de papieren lantarens haar kleurenpracht ten toon spreidden.
De oude straatlantaarn. De ooievaars. Zooals manlief doet, is het altijd goed. De groote Klaas en de kleine Klaas. De vliegende koffer. Vijf uit één schil. De tondeldoos. Het meisje, dat op het brood trapte. De bloemen van de kleine Ida. De onwrikbare tinnen soldaat. De gouden schat. De droom van den ouden eik. Zij deugde niet. De herderin en de schoorsteenveger. De flesschehals.
En nu vertelde de flesschehals zijn geschiedenis, die merkwaardig genoeg was; hij vertelde haar zoo in zich zelf of dacht er over na; en de vogel zong vergenoegd zijn lied, en beneden op de straat was een gerij en geloop; iedereen dacht aan het zijne of dacht aan niets, maar de flesschehals dacht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek