United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een troep van deze jonge, fraai geteekende diertjes, levert een alleraardigst schouwspel op: in hun prille jeugd zijn de biggen allerliefste, bijzonder potsierlijke schepsels. Hun kleed staat hun voortreffelijk; de vroolijkheid en moedwilligheid van de jonge Zwijnen vormen een volledige tegenstelling met de traagheid en onhandelbaarheid van hunne ouders. Vol ernst gaat de zeug voor hare biggen uit; deze loopen schreeuwend en knorrend door elkander heen, gaan onophoudelijk van elkaar af en komen weer terug, blijven een tijdlang ergens staan, om in den grond te wroeten of om een plompe grap uit te halen; daarna verdringen zij elkander weer om bij de moeder te komen, die zij omringen en tot stilstaan dwingen, als zij verlangen te zuigen, waarna zij vroolijk hun weg vervolgen; zoo gaat het gedurende den geheelen nacht; zelfs over dag kan dit onrustige gezelschap zich in het leger niet stil houden: de biggen krioelen onophoudelijk dooreen. De leeftijd dien het Wilde Zwijn bereiken kan, wordt 20

Kinderen, varkens, kippen en honden krioelen op den leemen grond door elkaar; enorme banaanbladeren beschutten hen tegen de zon. De vrouwen, wier kleeding zich bepaalt tot een gordel van gekleurde stof dicht om de lenden gesloten, vluchten in de hutten, maar ik trotseer de convenance en dring binnen door den nauwen ingang der woningen.

Ondertusschen zal de vader, die zijn jongen uitgestuurd heeft om te graven, na 't avondeten een prettig uurtje doorbrengen met zijn groene grasperk te besproeien. De wormen beginnen zich naar boven te werken op het eerste getik van de water droppels, en krioelen tegen middernacht bij honderden over 't gras, groote, stevige dikkerds, net goed om forellen mee te vangen.

Later, als zij reeds vol nectar zijn en geen lust meer gevoelen om zich met iets ernstigs bezig te houden, dan gaan ze zitten op het plekje van den hemel, dat het meest naar voren uitsteekt, en nemen, met het hoofd voorover, een kijkje van hetgeen de menschen zooal doen. Ze kennen geen prettiger schouwspel. Lieve hemel, wat is dat voor een tooneel! Wat krioelen de zotten dooreen!

"En gij daar voor mij, mijn vleesch geworden angsten, doode, waarin ik de droomen nog zie krioelen, gij die geen liefde begeert en mijn vriendschap gesmaad hebt, hoe zal ik u weêr rukken uit mijn ziel en er de weefsels niet scheuren.... Weet ge het dat ge huist in mij, weet ge het dat ik u draag, dat ik u liefheb." "Ivresse."

Kort na hun aankomst ziet men de paren naast elkander zitten, het mannetje en het wijfje elkander in de bevalligste houdingen liefkoozend, als Duiven trekkebekkend en elkander in de veeren pluizend, en hoort men hun gekir. De berg is voortdurend omhuld door een wolk van Vogels, die zonder ophouden door elkander heen wemelen en krioelen.

Het zal een heldere avond en volop licht zijn. Wij moeten dus blijven waar wij zijn. Zie hoe de lieden ginds in den schijn van het gaslicht dooreen krioelen." »Zij komen van hun werk op de werf." Plotseling riep Holmes, overeindspringend: »Zie ik daar geen zakdoek? Ik zie ginder iets wits fladderen!" »Ja," zei ik, »het is uw knaap. Ik zie hem duidelijk."

Hier bevond zich ook de flesch, die wij kennen, die, welke eenmaal als flesschehals, als vogelglaasje aan haar eind zou komen; het kwam haar hier alles prachtig voor, zij was immers weer in het groen, weer te midden van vreugde en feestelijkheden, zij hoorde gezang en muziek en krioelen van al die menschen door elkaar, vooral uit dat gedeelte van den tuin, waar de lampions hingen en de papieren lantarens haar kleurenpracht ten toon spreidden.

Aan de beide rivieroevers vonden wij telkens sporen van kaaimans; die dieren krioelen in de wateren van den archipel, maar ze worden bijna nooit buitgemaakt, altijd zijn ze den inboorlingen te slim af.

Wat was er toch te doen, had hij moeten denken.... was het niet altijd hier in het krioelen van de rassen als een verhuis van volken.... zou het zijn als laatst, toen schuiten vol mannen los gingen van een donker rompschip en stuwden tegen het strandzand op.... Dat waren pelgrims van Mekka gekomen.... En hij had zich gebukt uit het raampje, de zee toen leêg gezien, en Gibraltars rots schimmig verdronken in den weidschen dag.