United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het kwam Geoffrey voor, toen hij zich vroegere edities herinnerde, dat het voortbrengingsvermogen van Grangers oude zeug aan het wonderbaarlijke grensde, en droomerig maakte hij een berekening, hoeveel tijd zij en haar nakomelingschap wel noodig zouden hebben om op elken vierkanten meter van het grondgebied van Wales een varken voort te brengen.

Amelie kreeg een kleur, voor zoover haar vel daartoe in staat was. "Ze zijn in de boet ", zei de kleine jongen, zich oprichtende en een paardebloem plukkende, waarmee hij herhaalde malen op den grond tikte. "Veertien." Ik stelde Amelie voor, de kraamvrouw te gaan zien; want ik vond het pikant een sentimenteel meisje in een boerenloods bij een zeug met veertien biggen te brengen.

"En nu moet ik naar mijn boerderij terug: de oude zeug moet jongen, en ik wil eens zien hoe het met haar gaat. God geve dat zij er weer dertien krijgt! Ik zal de vigilante bestellen om hier tegen vijf uur te wezen, ofschoon ik vóór dien tijd terug zal zijn dat wil zeggen, ik heb Elisabeth gezegd, dat zij het doen zou.

Waterratten verspreidden zich over het land en richtten ontzettende verwoesting aan, en op zekeren dag betrapte een boer zijne biggen op het drinken uit dezen poel, en slachtte ze allen onmiddellijk met groote tegenwoordigheid van geest want hij herinnerde zich nog het geval met die groote zeug te Oakham.

Eet liever, sprak zij, eet liever deze keersen, zij zullen u dienstig zijn in de helle, om uw eeuwige verdoemenis te verlichten. Ik zie klaar genoeg om uw lichtenden snoet te onderscheiden, o slecht gebrande zeug, hernam Uilenspiegel.

De soorten, die in de keerkringslanden wonen, worden aanhoudend vervolgd door de groote leden van de familie der Katten en Honden, die soms een groote slachting onder de zwijnenkudden aanrichten. Vossen, kleine Katten en Roofvogels durven alleen biggen aanvallen; zij doen dit steeds met groote voorzichtigheid, daar de zeug haar kroost krachtdadig weet te verdedigen.

De Koekoek in den Mei; Den Uil die op den Pereboom zat, zie Volkskunde IX, bl. 185 vlg; vooral ook het leuke Sterven van den Beer, Volkskunde XIII, bl. 237, vgl. De zeug die vond heur in bedwang, Den dokter te ontbieden Met nog veel wijze lieden, En het beestjen die had er de koorts, koorts, koorts, En het beestjen die had er de koorts; enz.

Zij bekeken de melkkoeien en de kalveren, de zeug en haar biggen, zij roemden de stevigheid en goede indeeling der gebouwen, 't geriefelijke van de ruime bergplaats in de schuur en in het wagenhuis; en vóór de bruine merrie bleven zij in lang gesprek en lange contemplatie. Het was alsnog niet duidelijk uitgemaakt of het beest al of niet veulen in had.

Driemaal, vóórdat de klok in de Kurhalle acht uren sloeg, opende hij zijn aan Rijnwijn en Beiersch bier gewenden mond, om met echten heldenmoed een groot glas warm Kochbrunnenwasser te verzwelgen, echter niet zonder bij iedere teug de woorden: „Grässlich,” „AbscheulichofVerdammtes Zeugte doen hooren.

Bij deze zoo stellige bevestiging hief vrouw Jondrette haar rood, blond gezicht op en zag met een ontstelden blik naar boven! In dezen oogenblik scheen zij Marius nog vreeselijker dan haar man. 't Was een zeug met den blik van een tijgerin. "Wat, hernam zij, zou deze afschuwelijke schoone jonge dame, die mijn dochters met een blik van medelijden aanzag, die bedeldeern zijn.